3.2 Waarvoor zou je sparen?

3.2 Waarvoor zou je sparen?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.2 Waarvoor zou je sparen?

Slide 1 - Slide

startopdracht:
maak opdracht 12 en 13 van blz. 73
timer
4:00

Slide 2 - Slide

opdracht 12 en 13
opdracht 12:
credit saldo:      positief saldo, geld tegoed, in de plus
debet saldo:      negatief saldo, rood staan, in de min

opdracht 13:
€124,50 - €10 - €476 + €34,75 -€62 =

Slide 3 - Slide

opdracht 12 en 13
opdracht 12:
credit saldo:      positief saldo, geld tegoed, in de plus
debet saldo:      negatief saldo, rood staan, in de min

opdracht 13:
€124,50 - €10 - €476 + €34,75 -€62 = -€388,75

Slide 4 - Slide

3.2 Waarvoor zou je sparen?
Leerdoelen van deze les:
  • Je weet welke spaarmotieven er zijn
  • Je weet wat voor verschillen er in spaarrekeningen zijn
  • Je kunt rente berekenen met enkelvoudige rente

Slide 5 - Slide

Redenen om te sparen
Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente

Slide 6 - Slide

  • Sparen
  • Het niet uitgeven van je geld
3.2 Waarvoor zou je sparen? 

Slide 7 - Slide

  • 1. Variabele rente: 
De bank kan het rentepercentage veranderen -> gewone spaarrekening
Haal je geld van je spaarrekening af, dan krijg je minder rente. 
Soorten rente

Slide 8 - Slide

  • 2. Vaste rente: 
Het rentepercentage blijft gedurende de hele periode hetzelfde
-> Spaardeposito
Je zet het geld voor een afgesproken tijd op een rekening (je kunt het er niet zo maar vanaf halen!) 
Wil je het er wel van af halen? -> Boete.
Soorten rente

Slide 9 - Slide

  • Enkelvoudige rente 
  • -> je krijgt rente aan het einde van het jaar uitbetaald
  • -> je spaarbedrag blijft dus gelijk!!
  • -> meestal een spaardeposito



Enkelvoudige rente = spaarbedrag : 100 x rentepercentage x jaren
3.2 Waarvoor zou je sparen?

Slide 10 - Slide

Voorbeeld

Slide 11 - Slide

Blz 76 opgave 7

Slide 12 - Slide

3.2 Waarvoor zou je sparen?
Leerdoelen van deze les:
  • Je kunt uitleggen wat het gevolg van inflatie is voor de koopkracht van je spaargeld
  • Je kunt rente berekenen met samengestelde rente

Slide 13 - Slide

  • Samengestelde rente
  • -> de rente wordt bijgeschreven op je rekening
  • -> het jaar erna krijg je rente over je spaarbedrag en over de ontvangen rente ('rente op rente')
3.2 Waarvoor zou je sparen?

Slide 14 - Slide

Spaargeld € 1.000   
Rente 2%
Periode: 3 jaar
3.2 Waarvoor zou je sparen?

Slide 15 - Slide

3.2 Wat levert sparen op? 

Samengestelde rente = 
rentepercentage/100 x (spaarbedrag + bijgeschreven rente)
of
(100 + rentepercentage/100)^jaren x spaarbedrag

Slide 16 - Slide

Je hebt €2.500 op je spaarrekening. Je krijgt 1,4% rente (ga uit van samengestelde rente).
  • Hoeveel heb je na een jaar op je rekening staan

  • Hoeveel heb je na twee jaar op je rekening staan

3.2 Wat levert sparen op? (deel 2)
100 + 1,4 = 101,4 : 100 = 1,014
2500 x 1,014 = €2535
1
100 + 1,4 = 101,4 : 100 = 1,014
2500 x 1,014^2 = €2570,49
2
Samengestelde rente = 
(100 + rentepercentage/100)^jaren x spaarbedrag

Slide 17 - Slide