MEC Les 1 executieve functies

Les 1 executieve functies
Het zijn al die regelfuncties van de hersenen die essentieel zijn voor het realiseren van doelgericht en aangepast gedrag
1 / 32
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 1 executieve functies
Het zijn al die regelfuncties van de hersenen die essentieel zijn voor het realiseren van doelgericht en aangepast gedrag

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kan ik de betekenis en samenhang van de executieve functies aan mijn klasgenoot uitleggen.

Slide 2 - Slide

Lesverloop en inhoud
10.30-10.35 inloop en absentie
10.35-10.40 introductie van de les
10.40-11.00 begrippen Executieve Functies toelichten
11.00-11.10 begrippen toepassen d.m.v. kaartjes 
11.15 PAUZE

Slide 3 - Slide

Lesverloop en inhoud
11.45-12.00 Meijn kwaliteitenreflectie
12.00-12.15 Klasgesprek
12.15-12.25 Evaluatie en vooruitblik 
12.25-12.30 Opruimen en afronden

Slide 4 - Slide

Mijn lesdoel
Aan het einde van deze les kan ik de betekenis en samenhang van de executieve functies aan mijn klasgenoot uitleggen.

Slide 5 - Slide

Welk gedrag laat ik zien?
Ik ben hier om te leren en te werken.
Ik kom op tijd en heb de juiste spullen bij me.


Slide 6 - Slide

Begrippen verklaren
Plannen & organiseren
Metacognitie & zelfmonitoring
Reactie inhibitie
Werkgeheugen
Flexibiliteit
Emotieregulatie
Taakinitiatie

Slide 7 - Slide

Simpeler maken
Kompas: Plannen & organiseren
Pet: Overzicht houden & zelf kritisch
Anker: Stop, denk, doe
Landkaart: Weten en onthouden
Roer: Omschakelen naar iets anders
Toerenteller: Gevoelens onder controle
Schroef: Starten en doorwerken

Slide 8 - Slide

Kompas (plannen en organiseren)
Plan maken hoe je gaat varen en welke spullen je nodig hebt onderweg, welke weg.
Je hebt je kompas nodig om te bedenken hoe je de taak gaat aanpakken en welke spullen je nodig hebt.

Slide 9 - Slide

(Kapiteins)pet (metacognitie en zelfmonitoring)

Je hebt je kapiteinspet nodig om na te denken over hoe je de taak hebt aangepakt en wat er goed ging en wat je een volgende keer anders gaat doen.

Slide 10 - Slide

Anker (inhibitie)
Heb je nodig om te remmen/je te richten.
Je hebt je anker nodig om te stoppen met waar je mee bezig bent en je aandacht bijvoorbeeld bij de uitleg van de docent te houden. Maar ook om eerst na te denken en daarna pas aan het werk te gaan.

Slide 11 - Slide

Landkaart (werkgeheugen)
Om te onthouden welke route je vaart.
Je hebt je landkaart nodig om te bedenken wat je al over een onderwerp weet en om nieuwe informatie te onthouden (bijvoorbeeld welke opdrachten je moet maken van de docent, enz.).


Slide 12 - Slide

Roer (flexibiliteit)
Kunnen sturen en bijsturen als er iets op je route komt.
Je hebt je roer nodig om je plan aan te kunnen passen als iets ander gaat dan dat je dacht of gewend bent.



Slide 13 - Slide

Toerenteller (emotieregulatie)
Zodat de motor niet te warm of te koud wordt.
Je hebt je toerenteller nodig om goed met je emoties/gevoelens om te kunnen gaan zodat je bijvoorbeeld niet te boos of verdrietig wordt om een taak verder te kunnen maken.




Slide 14 - Slide

Schroef (taakinitiatie)
De boot in beweging brengen en laten varen.
Je hebt je schroef nodig om te kunnen starten aan je taak en door te kunnen werken.





Slide 15 - Slide

Simpeler maken
Kompas: Plannen & organiseren
Pet: Overzicht houden & zelf kritisch
Anker: Stop, denk, doe
Landkaart: Weten en onthouden
Roer: Omschakelen naar iets anders
Toerenteller: Gevoelens onder controle
Schroef: Starten en doorwerken

Slide 16 - Slide

Begrippen toepassen door middel van kaartjes 
Plannen & organiseren
Metacognitie & zelfmonitoring
Reactie inhibitie
Werkgeheugen
Flexibiliteit
Emotieregulatie
Taakinitiatie

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Meijn kwaliteitenreflectie
Post-it
Naam
2 kwaliteiten
1 ontwikkelpunt

Slide 19 - Slide

Meijn kwaliteitenreflectie
Post-it
Naam
2 kwaliteiten

waaruit blijkt dat jij hier goed in bent?

Slide 20 - Slide

Meijn kwaliteitenreflectie
Post-it
Naam
1 ontwikkelpunt

Waaruit blijkt dat jij je hierin moet ontwikkelen?
Welke executieve functie past hierbij?

Slide 21 - Slide

Meijn kwaliteitenreflectie
Post-it
Docent neemt even een foto van het wiel met de post-its 

Slide 22 - Slide

Meijn kwaliteitenreflectie
We hebben dezelfde ontwikkelpunt
Vorm een groep met 'gelijkgestemden'

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Evaluatie en vooruitblik 
Morgen neem je een spel mee wat je kunt spelen tijdens de mentorles. 

Slide 31 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kan ik de betekenis en samenhang van de executieve functies aan mijn klasgenoot uitleggen.

Slide 32 - Slide