Economie paragraaf 2.5

Hoofdstuk 1
paragraaf 2.5 lenen en betalen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1
paragraaf 2.5 lenen en betalen

Slide 1 - Slide

Wat is inflatie?
A
Meer waard worden van geld
B
Minder waard worden van geld

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Video

Waar ging het filmpje over?

Slide 4 - Mind map

Waar kan je geld voor lenen?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Sparen achteraf:
Je kunt zeggen dat lenen hetzelfde is als sparen achteraf. Een lener betaalt de aankopen van vandaag met het geld dat nog verdiend moet worden. 

Slide 7 - Slide

Hogere inkomsten en inflatie:
Als je denkt dat je in de toekomst meer gaat verdienen, maakt dat lenen aantrekkelijk. 

Ook het vooruitzicht op inflatie maakt lenen aantrekkelijker: hoe eerder je iets koopt, des te lager de prijs. 

Slide 8 - Slide

Vragers en aanbieders van geld:
Spaarders en leners heb je onder: 
- Consumenten
- Producenten
- Overheid

Spaarders zijn aanbieders van geld. 
Leners zijn vragers naar geld. 

Banken zijn dus bemiddelaars tussen vragers en aanbieders van geld. 

Slide 9 - Slide

De persoonlijke lening:
Een lening kan in de vorm van een persoonlijke lening. 
Zo'n lening betaal je in termijnen. 

Een termijn bestaat uit:
  • Aflossing
  • Rente
Termijn
Een termijn is het bedrag dat de lener elke maand moet betalen. 

Slide 10 - Slide

Persoonlijke lening

termijnbedrag x aantal maanden = totale kosten


totale kosten - lening = kredietkosten



Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Wat heb je geleerd?

Slide 13 - Slide

Leg uit wat bedoeld wordt met:
Geld lenen kost geld......

Slide 14 - Open question

Hoe bereken je de kredietkosten van je lening?

Slide 15 - Open question

Aan de slag!
Maak de volgende opdrachten van H2.5:
- 6 t/m 11
- rekentrainer 2.5
Indien niet af in de les: huiswerk voor de volgende les!

Slide 16 - Slide