8.4 Hoe dragen wij ons steentje bij?

H8 Ontwikkelingslanden
Paragraaf 8.4 Hoe dragen wij ons steentje bij?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H8 Ontwikkelingslanden
Paragraaf 8.4 Hoe dragen wij ons steentje bij?

Slide 1 - Slide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 8.3
  • Je kunt uitleggen dat noodhulp soms noodzakelijk is.
  • Je kunt uitleggen dat structurele hulp belangrijk is voor economische groei in een ontwikkelingsland.
  • Je weet hoe ontwikkelingslanden geld kunnen leren.
  • Je kunt uitleggen hoe ontwikkelingslanden meer zekerheid kunnen krijgen over hun exportinkomsten.

Slide 3 - Slide

Begrippen paragraaf 8.3
  • Ontwikkelingssamenwerking
  • Microkrediet

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 8.4
  • Je kunt voorbeelden geven van instellingen die ontwikkelingslanden helpen.
  • Je kunt uitleggen hoe hulp aan ontwikkelingslanden in het belang van Nederlandse bedrijven kan zijn.
  • Je kunt uitleggen dat de productie door bedrijven gevolgen kunnen hebben voor ontwikkelingslanden.
  • Je kunt uitleggen hoe je met je koopgedrag de leefomstandigheden in arme landen kunt verbeteren.

Slide 5 - Slide

Armoedebestrijding
Er zijn verschillende organisaties waarin landen samenwerken in de bestrijding van armoede:
  • De Verendigde Naties (VN)
  • De Wereld bank
  • Het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Deelnemende landen stellen geld beschikbaar, hierover is een afspraak dat landen in de VN en EU minimaal 0,7 van hun nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking besteden.

Slide 6 - Slide

Hulp en handel
  • Steeds vaker combineert de Nederlandse overheid ontwikkelingssamenwerking met handel.
  • Zo geeft de overheid subsidies aan Nederlandse bedrijven die in ontwikkelingslanden investeren.
  • Het Nederlandse bedrijf bouwt dan een nieuwe fabriek of gaat samenwerken met lokale bedrijven of boeren.
  • De werkgelegenheid in het ontwikkelingsland kan hierdoor toenemen, waardoor de welvaart stijgt.

Slide 7 - Slide

MVO
  • Veel producties zijn verplaatst naar lagelonenlanden.
  • Bedrijven houden zo hun productiekosten laag.
  • In arme landen zijn vaak geen afspraken over minimumloon, arbeidstijden en arbeidsomstandigheden.
  • Niet alleen de lage loonkosten, maar ook het ontbreken van vakbonden of milieuregels maakt het aantrekkelijk om in zo'n land te produceren.
  • Als bedrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen, houden ze bij hun productie wel rekening met de arbeidsomstandigheden en het milieu.

Slide 8 - Slide

Fairtade
  • Als consument kun je bijdragen aan een beter leven voor mensen in ontwikkelingslanden.
  • Je kunt kiezen voor producten waar de boer een eerlijke prijs voor krijgt.
  • Fairtrade is een organisatie die boeren in ontwikkelingslanden een gegarandeerde prijs voor hun producten biedt.
  • De prijs is kostendekkend en daarboven komt een fairtradepremie.
  • Een voorwaarde van Fairtraide is dat kleine boerenbedrijven zich organiseren in coöperatie waarin boeren samenwerken.

Slide 9 - Slide

Je kunt nu
  • Je kunt voorbeelden geven van instellingen die ontwikkelingslanden helpen.
  • Je kunt uitleggen hoe hulp aan ontwikkelingslanden in het belang van Nederlandse bedrijven kan zijn.
  • Je kunt uitleggen dat de productie door bedrijven gevolgen kunnen hebben voor ontwikkelingslanden.
  • Je kunt uitleggen hoe je met je koopgedrag de leefomstandigheden in arme landen kunt verbeteren.

Slide 10 - Slide

Begrippen paragraaf 8.4
  • Fairtrade

Slide 11 - Slide

Aan het werk!
Maken opdrachten 8.4: 2, 3, 5, 6, 9 en 10  
Makken Rekenopdrachten: 12 en 13
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 8.4
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 8.4
 

timer
25:00

Slide 12 - Slide