Cursus 1.2 Landschappen in Nederland 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom

Telefoon in de telefoontas

en ga dan rustig op je plek zitten

Pak je laptop en boek erbij 

Log in op Lessonup 

Lesdoelen

- Je kent de landschappen van Hoog- en Laag Nederland

- Je kent de kenmerken van verschillende landschappen in Laag- Nederland en in Hoog-Nederland

Hoog- en Laag Nederland

Laag nederland= onder zeeniveau (donker blauw)

Hoog Nederland= boven zeeniveau (geel)

H1 Lage landen aan de zee.

Cursus 1.1 'Wat zie je in een landschap?'

 

Samen lezen blz 13 & 14

Duinlandschap

& 

Landschappen in Laag-Nederland

Landschappen in laag-Nederland.

1. Duinlandschap

2.Zeekleilandschap

3. Laagveenlandschap

Landschappen in Hoog-Nederland.

4. Zandlandschap

5.Hoogveenlandschap

6.Rivierkleilandschap

7.Lösslandschap

Landschappen in Laag-Nederland

Duinlandschap	Zeekleilandschap	Laagveenlandschap
Strand en duinen met hoogte-verschillen.	Uitgestrekte akkers en weilanden, geschikt voor landbouw.	Vlak grasland in smalle stroken.
Deels begroeid met grassen en struiken.	Beschermd door dijken en duinen.	Veel sloten en plassen.
Grenzend aan zee.	Dorpen soms op heuvels (terpen) gebouwd.	Langgerekte dorpen.

Uitleg: Vertel kort aan de leerlingen wat de belangrijkste kenmerken zijn van de landschappen in Laag-Nederland. Er staan nog geen foto's/kaarten bij. Deze gaan de leerlingen in de volgende opdracht zelf ordenen.

Uitdelen: Ieder duo krijgt een envelop met de drie landschappen (links), drie foto's en drie kaarten (rechts). Bij ieder landschap hoort één foto en één kaart. Leerlingen proberen juiste combinaties te maken.

Opdracht

1. Werk in tweetallen.
2. Combineer de foto's en kaarten met het juiste landschap.
3. Klaar? → Bedenk per landschap een activiteit die je in dit gebied kunt doen.

Instructie: Ieder duo krijgt een envelop met de drie landschappen (links), drie foto's en drie kaarten (rechts). Bij ieder landschap hoort één foto en één kaart. Leerlingen proberen juiste combinaties te maken.

Nabespreking: Vraag leerlingen naar hun keuze en laat ze hun keuze uitleggen. Ga in op hoe je de kenmerken in het landschap (foto + kaart) kunt zien.

Zelf aan de slag

1. Maak opdracht 1 t/m 6 blz 13-14

Klaar? laat docent weten en ga je vragen nakijken

Welkom

Telefoon in de telefoontas

en ga dan rustig op je plek zitten

Pak je laptop en boek erbij 

Log in op Lessonup 

Planning

1. Afmaken cursus 1.2

2. Online maken cursustoets 1.1 & 1.2

3. Klaar? begin maken met cursus 1.3

LET OP: PROEFWERK H1 VOLGENDE WEEK DINSDAG!!!

Samen lezen blz 15

Leerstof Landschappen in Hoog-Nederland

Zandlanschap

• Enig hoogteverschil
• Kenmerkend: afwisselend hei, bossen, graslanden natuurgebieden en heide (veluwe)

Hoogveenlandschap

• vlak
• kenmerkend: grasland, rechte kanalen en langgerekte dorpen, open landschap

Rivierkleilandschap

• Langs rivieren
• Kenmerkend: veel graslanden/ fruitbomen, ligt bij rivieren en met hoge dijken

Rivierkleilandschap

- Langs rivieren

- Kenmerkend: veel graslanden/ fruitbomen, ligt bij rivieren en met hoge dijken

lösslandschap

• Gelegen in Limburg
• Gebied met hoogste heuvels in ons land, omgeven door Löss (heel fijn zand)

Klei = vruchtbaar

Zand = droog

Veen = nat

Opdracht

Wat: Maken 7 t/m 13

Hoe: zelfstandig

Hoelang: 10 min

Klaar? Maak cursustoets online 1.1 & cursustoets 1.2

Landschappen in Hoog-Nederland

Zand-landschap	Hoogveen-landschap	Rivierklei-landschap	Lösslandschap
Grasland, akkerland, bos en heide.	Grasland en rechte kanalen.	Grasland en veel fruitbomen.	Landbouw en bebossing. Heel fijn zand!
Hoogteverschil-len.	Langgerekte dorpen.	Dijken ter bescherming.	Grootste heuvels van Nederland.
Veluwe		Langs grote rivieren	Vooral in Zuid-Limburg.

Uitleg: Vertel kort aan de leerlingen wat de belangrijkste kenmerken zijn van de landschappen in Hoog-Nederland. Er staan nog geen foto's/kaarten bij. Deze gaan de leerlingen in de volgende opdracht zelf ordenen.

Opdracht

1. Werk in tweetallen.
2.  Combineer de foto's en
    kaarten met het juiste
    landschap.
   
3. Klaar? → Bedenk per landschap een activiteit die je in dit gebied kunt doen.

Uitdelen: Ieder duo krijgt een envelop met de vier landschappen (links), vier foto's en vier kaarten (rechts). Bij ieder landschap hoort één foto en één kaart. Leerlingen proberen juiste combinaties te maken.

Uitdelen: Ieder duo krijgt een envelop met de vier landschappen (links), vier foto's en vier kaarten (rechts). Bij ieder landschap hoort één foto en één kaart. Leerlingen proberen juiste combinaties te maken.

Nabespreking: Vraag leerlingen naar hun keuze en laat ze hun keuze uitleggen. Ga in op hoe je de kenmerken in het landschap (foto + kaart) kunt zien.

Zelf aan de slag

1. maak opdracht 7 t/m 13

2. hoelang: 10 min

3. Hoe: zelfstandig (overleggen mag zachtjes)

4. Klaar? laat docent zien en ga de vragen nakijken

Wat heb ik geleerd vandaag?

Wat zijn de 7 landschappen in Nederland?

Welk landschap zie je op de foto?

1. Lösslandschap
2. Zeekleilandschap
3. Hoogveenlandschap
4. Rivierkleilandschap

welk landschap zie je op de foto?

1. Duinlandschap
2. Laagveenlandschap
3. Zeekleilandschap

Welk landschap zie je op de foto?

1. Lösslandschap
2. Hoogveenlandschap
3. Rivierkleilandschap
4. Zandlandschap

vruchtbaar

Welke kenmerken horen bij elkaar?

nat

droog

zand

veen

klei

Welk landschap hoort bij welke foto? Sleep het landschap naar de juiste foto.

Duinlandsschap

zeekleilandschap

veenlandschap

zandlandschap

Lösslandschap

rivierkleilandschap

Huiswerk

Online maken: 

Cursustoets 1.1 (70%)

& 

Cursustoets 1.2 (70%)

PROEFWERK H1 VOLGENDE WEEK DINSDAG 12 OKTOBER

INPAKKEN MAAR!

Pak  je spullen in maar blijf nog zitten