Je werkt vandaag met een partner die zorgvuldig voor jou is uitgekozen. Lees/overleg/kies het juiste antwoord>
Hajar/Angely, Sarah/ Aymane
Slide 1 - Slide
Oefentoets Hoofdstuk 2
Slide 2 - Slide
Leerdoel vandaag
Door het maken van de oefentoets test jij jouw kennis van hoofdstuk II en...
Slide 3 - Slide
Instructie
De toets wordt gemaakt in LessonUp
Het zijn 35 vragen
Jij wordt gekoppeld aan een klasgenoot> Duo's mogen overleggen en gebruiken een laptop!
We maken de toets samen> leg jouw aantekeningenschrift ernaast om tips op te schrijven!
Slide 4 - Slide
1. Rome is volgens een oude mythe gesticht door Remus en ......?
Slide 5 - Open question
Sleep de zinnen in de juiste volgorde
1
2
3
Het Romeinse Rijk is op zijn grootst
Keizer Augustus is de eerste keizer van het Romeinse Rijk
Het christendom wordt de godsdienst van het Romeinse Rijk
Slide 6 - Drag question
Welke grens ligt er aan de rivier de Rijn die ook door Nederland loopt?
A
De grens tussen de Egyptenaren en de Germanen
B
De grens tussen de Romeinen en de Egyptenaren
C
De grens tussen de Romeinen en de Nederlanders
D
De grens tussen de Romeinen en de Germanen.
Slide 7 - Quiz
Inwoners van Rome en het Romeinse Rijk noemen we:
A
Galliërs
B
Germanen
C
Romeinen
D
Onderdanen
Slide 8 - Quiz
De naam van de volkeren die in onze streek woonden in de tijd van het Romeinse rijk:
A
Galliërs
B
Romeinen
C
Onderdanen
Slide 9 - Quiz
Een deel van de grenzen van het Romeinse Rijk zijn natuurlijke grenzen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Gebruik de bron hier rechts. ➤Wie zie je op de afbeelding?
Gebruik de bron
A
soldaten in het Colosseum
B
gladiatoren in het Colosseum
C
gladiatoren in een villa
D
soldaten in een insula
Slide 11 - Quiz
Welke gebied werd veroverd door Julius Caesar?
A
Gallië
B
Jeruzalem
C
Carthago
D
Griekenland
Slide 12 - Quiz
Welk begrip past bij deze omschrijving?:
''Grote verplaatsing van Germaanse stammen vanuit Noord- en Oost-Europa naar het Zuiden en het Westen.''
A
Oost-Romeinse Rijk
B
West-Romeinse Rijk
C
Staatsgodsdienst
D
Volksverhuizing
Slide 13 - Quiz
Van ongeveer 500 voor Chr. tot 27 voor Chr. was Rome een Republiek.
➤Hoe werd de Republiek bestuurd?
A
Door de senaat.
B
Door de keizer
C
Door een president en een parlement.
Slide 14 - Quiz
Welk begrip gebruik je als je wilt uitleggen dat mensen de Romeinse cultuur gingen overnemen?
Slide 15 - Open question
Je ziet een Romeinse tempel. Hierin werden de goden vereerd. Gebeurde dit voor of na het jaar 394 n Chr? Leg uit waarom.
Slide 16 - Open question
Bekijk de afbeelding,
beantwoord daarna de vragen.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Welke gebeurtenis zag je op de afbeelding?
A
De moord op Napoleon Bonaparte.
B
De moord op Augustus.
C
De moord op Julius Caesar.
D
Dit heeft niks met de Romeinen te maken.
Slide 19 - Quiz
Lees de bron 1 hier rechts.
Waar krijgen de christenen
volgens de bron de
schuld van?
Slide 20 - Open question
Wat is de goede betekenis van het begrip: Senaat
A
Een vergadering van wijze mannen in Rome.
B
Een vergadering van wijze vrouwen in Rome.
C
Een vergadering waarin geen besluiten worden genomen.
D
Een vergadering met 4 mannen
Slide 21 - Quiz
Keizer Constantijn gaf Christenen godsdienstvrijheid. Waarom deed hij dat?
A
De christenen dreigden hem anders niet meer te steunen met hun rijkdommen.
B
De christenen beloofden voor hem te offeren als zij godsdienstvrijheid kregen.
C
Er waren inmiddels zoveel christenen dat de keizer hun steun goed kon gebruiken.
D
Constantijn geloofde dat de God van de christenen hem een belangrijke overwinning had gegeven.
Slide 22 - Quiz
Geef een omschrijving van de volgende twee begrippen.
1. ambacht 2. paus
Slide 23 - Open question
Waarom moesten de eerste christenen erg dapper zijn?
A
Christenen moesten een hoge boete betalen.
B
Christenen werden in het Colosseum ter dood veroordeeld.
C
Christenen werden op het marktplein ter dood veroordeeld.
D
De Christenen werden in Afrika door leeuwen opgegeten.
Slide 24 - Quiz
Welk teken past bij het christendom?
A
A
B
B
C
C
Slide 25 - Quiz
Maak de zin af. Keizer Constantijn ........?
A
gaf harde straffen voor Christenen.
B
Werd vervolgd als christen.
C
Werd zelf christelijk.
D
Had een beeldje van een Romeinse god.
Slide 26 - Quiz
Is de volgende uitspraak juist? Leg je antwoord uit.
Uitspraak: ''In de veroverde gebieden mochten de meeste bewoners in hun eigen goden blijven geloven.''
Slide 27 - Open question
De Romeinen hadden veel bewondering voor een volk uit de Oudheid. Zij nemen veel van dat volk over. Welk volk was dat?
A
Egyptenaren
B
Babyloniërs
C
Grieken
D
Joden
Slide 28 - Quiz
Hoe heet dit gebouw?
Slide 29 - Open question
De Romeinen sloten een verdrag met de Bataven.
- Bedenk voor dit verdrag een voordeel voor de Romeinen. - Bedenk voor dit verdrag een voordeel voor de Bataven.
Slide 30 - Open question
Sleep de woorden naar de juiste plaats in de tekst.
Jezus kreeg de naam ………1………. Veel mensen geloofden dat hij de ……2…….. van god was. De volgelingen van Jezus noemen we …..3… In het begin werden de christenen…4…. Keizer …5…. Maakte daar een einde aan. Hij liet …..6… bouwen. De verhalen over Jezus staan in de ………7………
Christus
zoon
christenen
Vermoord
Constantijn
kerken
Bijbel
Slide 31 - Drag question
Op het plaatje zie je een grens van het Romeinse rijk. Waarom hebben de Romeinen dit als grens genomen denk je?
Slide 32 - Open question
In de tijd van de Romeinen woonden in Nederland Galliërs en Germanen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quiz
De Bijbel is...
A
de organisatie van Christenen.
B
de stenen tafel waarbij gelovigen bidden en offeren.
C
het heilige boek van Christenen.
D
de hoogste priester van de christelijke kerk.
Slide 34 - Quiz
Welke uitspraak is juist? Welke is onjuist?
Sleep ze naar de juiste rode vlakken
Juist
Onjuist
De Romeinen geloofden in goden als Juno en Jupiter
De Romeinen straften de eerste christenen in hun rijk
Het Christendom is ontstaan in het Germaanse Rijk
Slide 35 - Drag question
Sleep het juiste antwoord richting de goeie vakjes
Christendom werd steeds populairder.
Christendom werd verboden.
Keizer Constantijn werd een christen.
Keizer Theodosius maakte het christendom een staatsgodsdienst..
Slide 36 - Drag question
Bekijk de kaart van Nederland. Met de zwarte streep wordt de natuurlijke grens, de Rijn aangegeven. Welk volk woonden er in gebied A en B? Versleep ze naar de goede plaats.
A
B
Germanen
Romeinen
Slide 37 - Drag question
Einde oefentoets
Slide 38 - Slide
Afronding/Agenda
Jullie mentor maakt met jullie een planning voor de toetsen
Heb je nog vragen, Maandag 12 /02 mag je nog vragen stellen over hoofdstuk 2 > zet in jouw agenda; vragen stekken voor de toets