Welk van onderstaande producten voorziet in een basis behoefte?
A
auto
B
winterjas
C
diepvriezer
D
televisie
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Welk van onderstaande producten voorziet in een basis behoefte?
A
auto
B
winterjas
C
diepvriezer
D
televisie
Slide 1 - Quiz
Een Duckie kost 3 euro. Je hebt een abonnement op de Duckie, daarom krijg jij 8% korting. Hoeveel is je korting?
A
3:8x100= 37,50 euro
B
3:8x100= 0,24 euro
C
100x3:8= 37 cent
D
3x8:100 = 0,24 euro
Slide 2 - Quiz
Een Duckie kost 3 euro. Je hebt een abonnement op de Duckie, daarom krijg jij 8% korting. Wat betaal jij voor jouw Duckie dan?
A
3-0,24 = 2,76 euro
B
3 euro
C
0,24-3 = 2,76 euro
D
37 cent
Slide 3 - Quiz
Romijn koopt een t-shirt in de uitverkoop. Het kost 17 euro. Zij krijgt 4% korting. Bereken hoeveel zij moet betalen.
Slide 4 - Open question
De NVWA controleert of iedereen zich aan de .............. houdt. Welk begrip mist?
A
warenwet
B
garantie
C
warenonderzoek
Slide 5 - Quiz
Welke is een voorbeeld van huishoudelijke uitgaven?
A
Douchegel
B
Mobiel abonnement
C
Nieuwe mobiel
D
Eten
Slide 6 - Quiz
3 soorten inkomens
Slide 7 - Mind map
Een overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven noemen we...
A
winst
B
uitkering
C
begroting
D
zakgeld
Slide 8 - Quiz
Je wil over een half jaar een hoverboard van 120 euro kopen. Hoeveel moet je elke maand reserveren?
A
120:12 = 12 euro
B
120:3 = 40 euro
C
120:6 = 24 euro
D
120:6 = 20 euro
Slide 9 - Quiz
Je hebt huishoudelijke uitgaven van 30 euro en vaste lasten van 10 euro per maand. Je verdient 9 euro per week. Laat met een berekening zien of je genoeg verdient.