Havo/vwo jaar 2, H5. Les 8

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Economie jaar 2

Hoofdstuk 5

Inhoud van de les

• Herhalen theorie vorige les (rente over rente)
• Uitleg over verschillende leenvormen
• Opdrachten maken

Doelen:

Je kan de rente berekenen binnen een lening. 

Planning komende weken

Datum	Onderwerp
15 en 16 maart	Opdr. 5.5 t/m 5.7
22 en 23 maart	Opdr. 5.10 t/m 5.13
29 en 30 maart	Uitloop en Bouwsteen
5 en 6 april	Vragenuur en leren
12 en 13 april	TOETS H4 + H5
19 en 20 april	Start H6

Herhaling

Jayden spaart voor een Vespa Sprint. 

• Zijn inleg is €3500
• De bank geeft 4% rente
• Jayden wil graag 5 jaar sparen. 

Wat is het spaarsaldo na 5 jaar?

Rekenen met procenten

Rente over rente (samengestelde interest)

Wanneer je meerdere jaren spaart en niks van je rekening afhaalt: dan krijg je rente over je eerder verkregen rente. 

Formule:

Beginbedrag x groeifactor ^ de periode

https://www.mrchadd.nl/academy/vakken/m-en-o/hoe-reken-ik-met-samengestelde-interest

Groeifactor

Een eindbedrag kan je sneller bepalen met behulp van een groeifactor: × 1,15

Groeifactor bepalen? --> rente delen door 100, die uitkomst plus 1. 

Lenen blz. 49

Aflossen: het terugbetalen van een lening.

Rente: bij sparen --> vergoeding die je krijgt voor het uitlenen                     van geld. 

               bij lenen --> vergoeding die je moet betalen voor het                         lenen van geld.

Lenen --> soorten leningen

Hypothecaire lening: dit is een lening met een huis als onderpand. 

Wanneer je de lening niet kan terug betalen kan de bank jouw onderpand verkopen.

Persoonlijke lening: is bestemd voor uitgaven ter consumptie. Maandelijkse terugbetaling van aflossing en rente. 

Lenen --> soorten leningen

Kopen op afbetaling: Een product kopen en over een langere termijn terugbetalen.

Doorlopend krediet: je mag een maximumbedrag lenen indien je dat nodig hebt. Dit wordt ook wel 'rood staan' genoemd. 

Opdracht maken

Wat: maak opdrachten 5.10 t/m 5.15 op blz. 50 t/m 52.

Tijd: jullie krijgen hiervoor 25 minuten. 

Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent.

Ben je klaar: maak opdracht 5.16 op blz. 52.