H1: §1 Wereld: landschappen in soorten en maten

H1: landschappen
§1 Wereld: Landschappen in soorten en maten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1: landschappen
§1 Wereld: Landschappen in soorten en maten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kent het verschil tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap.
  2. Je kent het verschil tussen een oud gebergte en een jong gebergte.
  3. Je begrijpt hoe een hoog gebergte en laagvlakte ontstaan. 
  4. Je kunt met de atlas bepalen of een gebied een gebergte of laagvlakte is. 

Slide 2 - Slide

Landschap 
We hebben 2 soorten landschappen: 
  1. Een ingericht landschap
  2. Een natuurlandschap

Wat is het verschil? 

Slide 3 - Slide

1. Ingericht landschap
Een ingericht landschap is een landschap dat door de mensen is ingericht met huizen, wegen, sloten enzovoorts.

In Nederland hebben we alleen maar ingerichte landschappen.  Overal vind je invloeden van de mens terug. 

Slide 4 - Slide

2. Natuurlandschap
Een natuurlandschap is een landschap waar je niets merkt van de mensen en het is bijna niet ingericht. 

Weet jij een voorbeeld van een natuurlandschap? 

Slide 5 - Slide

Is dit een natuurlandschap of ingericht landschap?
A
Een natuurlandschap
B
Een ingericht landschap

Slide 6 - Quiz

Is dit een natuurlandschap of een ingericht landschap?
A
Een natuurlandschap
B
Een ingericht landschap

Slide 7 - Quiz

Is dit een natuurlandschap of een ingericht landschap?
A
Een natuurlandschap
B
Een ingericht landschap

Slide 8 - Quiz

Wat is het verschil tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap?

Slide 9 - Open question

Het ontstaan van bergen
Bergen ontstaan als 2 platen met elkaar botsen. 

Slide 10 - Slide

Reliëf
Reliëf zijn hoogteverschillen in het landschap. 
We hebben een hooggebergte, middelgebergte, heuvelland en laagland. 

Slide 11 - Slide

Jong vs oud
Jong gebergte: steile hellingen, spitse toppen, diepe dalen.

Oud gebergte: flauwe hellingen, afgeronde toppen.

Hoe zou dit zijn ontstaan? 

Slide 12 - Slide

Is dit een jong of oud gebergte?
A
Een jong gebergte
B
Een oud gebergte

Slide 13 - Quiz

Is dit een jong gebergte of een oud gebergte?
A
Een jong gebergte
B
Een oud gebergte

Slide 14 - Quiz

Wat is het verschil tussen een jong gebergte en een oud gebergte?

Slide 15 - Open question

Aan de slag!
Wat? §1 verkorte leerroute 
Hoe? Voor jezelf, lukt het niet? Overleg fluisterend met je buur.
Hulpmiddelen? boek en de atlas.
Vragen? Steek je vinger op en wacht tot ik je bij me roep. 

Klaar? Maak woordkaartjes bij §1 en maak 5 oefenvragen bij de lesstof. 

Slide 16 - Slide

Vertel! Wat heb jij onthouden van deze les?

Slide 17 - Open question

Hooggebergte
Een gebergte boven de 1500 meter. Bijvoorbeeld de Himalaya, Alpen of Rocky Mountains.

Een hooggebergte heeft diepe dalen, spitse toppen en steile hellingen. We noemen het daarom ook wel een jong gebergte. 

Slide 18 - Slide

Middelgebergte
Een middelgebergte is een gebergte tussen de 500 en 1500 meter. 

Een voorbeeld van een middelgebergte zijn de Schotse Hooglanden. Deze bergen bestaan al heel lang. Ze hebben daardoor afgeronde toppen en flauwe hellingen. We noemen dit ook wel een oud gebergte. 

Soms vind je in het middel- of hooggebergte een hoogvlakte. Dit is een vlak gebied met geen reliëf. 

Slide 19 - Slide

Heuvellandschap 
Een landschap tussen de 200 en 500 meter hoogte. 

Hier vind je wel reliëf, maar het is een glooiend landschap met afgeronde toppen. Kijk maar naar de afbeelding hiernaast. 

Soms vind je in het heuvellandschap een laagvlakte. Dit is een vlak gebied dat onder de 500 meter ligt. 

Slide 20 - Slide

Laagland
Een gebied lager dan 200 meter. Hier komt (bijna) geen reliëf voor, het is er vlak. 

Slide 21 - Slide

Belangrijke begrippen 
  • ingericht landschap = een landschap dat door de mensen is ingericht met huizen, wegen, sloten etc. 
  • natuurlandschap = in dit landschap merk je niets van mensen en het is bijna niet ingericht. 
  • hoog gebergte = een gebergte met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau. 
  • laagvlakte = een vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter. 
  • jong gebergte = een hoog gebergte met veel reliëf. 
  • oud gebergte = een middengebergte of heuvellandschap met weinig reliëf. 
  • reliëf = hoogteverschillen in het landschap. 

Slide 22 - Slide