2024 Hoofdstuk 5 paragraaf 4

1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Het broeikaseffect kun je aanpakken door mitigatie en adaptatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Mitigatie betekent:
A
maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verhogen
B
maatregelen om de uitstoot van zuurstof te verminderen
C
maatregelen om de uitstoot van Co2 over te dragen aan een volgende generatie
D
maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen

Slide 14 - Quiz

Wat is beter voor mitigatie?
A
Zonnepanelen
B
Gas

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van het aanleggen van bossen en moerassen als mitigatiemaatregel?
A
Meer koolstofdioxide uit de atmosfeer halen
B
Meer bomen kappen
C
Meer koolstofdioxide in de atmosfeer brengen
D
Meer broeikasgassen uitstoten

Slide 16 - Quiz

Waarom is water vasthouden uit de winter een mogelijke oplossing?
A
Om te zorgen dat de winter niet te koud wordt
B
Om het land van water te voorzien in het voorjaar en de zomer
C
Om het land te beschermen tegen overstromingen
D
Om de zomerse verdamping van water te verminderen

Slide 17 - Quiz

Wat is het gevolg van het snelle afvoeren van het neerslagoverschot?
A
Het land is droog in voorjaar en zomer
B
De gewassen groeien beter
C
Het leidt tot een overvloed aan water in de landbouw
D
Het land wordt drassig en modderig

Slide 18 - Quiz

Wat gebeurt er met het overschot aan neerslag?
A
Het leidt tot overstromingen
B
Het verdampt in de winter
C
Het wordt snel afgevoerd
D
Het blijft langdurig liggen op het land

Slide 19 - Quiz

Wanneer valt extra neerslag ?
A
Gelijkmatig verdeeld over het hele jaar
B
Alleen in de zomer
C
Voornamelijk in de lente
D
Deels in de winter

Slide 20 - Quiz

Wat zijn mogelijke oplossingen voor de problemen van meer neerslag en vaker tekorten aan water in de landbouw?
A
De landbouw verplaatsen naar regio's met meer neerslag
B
Water vasthouden uit de winter
C
Meer water laten verdampen in de zomer
D
Water verplaatsen uit rivieren en IJsselmeer

Slide 21 - Quiz

Waarom is het 'bewaren' van water belangrijk?
A
Om de watervoorziening in steden te maximaliseren
B
Om droge en hete perioden door te komen
C
Om overstromingen te voorkomen

Slide 22 - Quiz

Wat betekent adaptatie?
A
Het bevorderen van duurzame energiebronnen
B
Aanpassingen aan een veranderend klimaat en de gevolgen daarvan
C
Het verminderen van luchtvervuiling in steden

Slide 23 - Quiz

Wat is de voornaamste oorzaak van wateroverlast in steden en dorpen?
A
heftigere buien
B
tekort aan wateropslag, gebrek aan bestrating

Slide 24 - Quiz

Wat zijn mogelijke oplossingen voor wateroverlast in steden en dorpen?
A
wadi, waterplein, groene daken
B
rioolstelsel, asfaltwegen, betonnen oppervlakken

Slide 25 - Quiz

Wat is een nadeel van het opspuiten van extra zand op het strand en in de duinen?
A
Natuur
B
Bevordering van ecotoerisme.
C
Versterking van de biodiversiteit.
D
Vergroting van het natuurlijke woongebied

Slide 26 - Quiz

Wat is een voordeel van het opspuiten van extra zand op het strand en in de duinen?
A
Verhoging van de vastgoedprijzen.
B
Bescherming
C
Versnelling van natuurlijke erosie.
D
Vergroting van het recreatiegebied.

Slide 27 - Quiz

Wat is een mogelijke oplossing om de Nederlandse kust te beschermen tegen de stijgende zeespiegel?
A
Bomen planten in de duinen.
B
Extra zand opspuiten op het strand en in de duinen.
C
Kustverdediging volledig overlaten aan natuurlijke processen.
D
Extra bebouwing langs de kust toestaan.

Slide 28 - Quiz

Welke maatregel is een vorm van het vervangen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen?
A
Meer olie verbruiken
B
Meer steenkool gebruiken
C
Energie uit zon of wind gebruiken
D
Meer gas verbruiken

Slide 29 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een mitigatiemaatregel om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen?
A
Minder vliegen
B
Meer autorijden
C
Meer vlees eten
D
Meer energie verbruiken in huis

Slide 30 - Quiz

Verwarming minder gebruiken is een vorm van mitigatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Over welk onderdeel van de lesstof wil je graag nog wat extra uitleg?

Slide 33 - Open question