1. Er is veel variatie, het klimaat verandert,
natuurlijke selectie > soort verandert
2. Variatie in genotype,
deze planten onderling voort. Het blijft
één soort. Bv hondenrassen.
3. Door isolatie worden verschillende vormen
van elkaar gescheiden. Deze gaan meer van
elkaar verschillen > nieuwe soort
4. Een deel van de groep raakt geïsoleerd,
het milieu verandert en de groep past zich aan
aan het nieuwe milieu > nieuwe soort