This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Een punt in de verte
Eenpuntsperspectief
TeHa | Klas 1 | Landeweer
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kan de term eenpuntsperspectief uitleggen en je kan simpele vormen in een eenpuntsperspectief tekenen.
Je kent de termen horizon, horizontaal, verticaal en vluchtpunt
Slide 2 - Slide
Een punt in de verte
Stel je voor, je staat op een brug. Met je ogen volg je de lijnen van de vloerplanken en leuningen. In de verte lijkt het alsof de vloerplanken en leuningen bij elkaar komen in één punt. (vluchtpunt/verdwijnpunt). Maar je weet dat de brug niet smaller wordt. Je ogen bedriegen je. Hierdoor ontstaat er diepte.
Dit heet eenpuntsperspectief. Alle lijnen lopen naar één punt.
Slide 3 - Slide
Opdracht 1
Teken de afbeelding hiernaast na in je tekenboek. Doorloop de onderstaande stappen:
Teken eerst de horizon. De horizon is de horizontale lijn waar aarde en lucht samenkomen. De lijnen die rechtop staan noemen we verticaal.
Het punt waarin alle lijnen samenkomen heet het vluchtpunt. Teken het vluchtpunt met een potlood.
Teken nu alle schuine lijnen die naar het vluchtpunt lopen
Klaar? Teken dan de overige rechte lijnen. (Paaltjes van het hek, planken van het spoor, etc.) Je mag zelf dingen erbij bedenken of veranderen
Slide 4 - Slide
Opdracht 2
Nu ga je blokken in eenpuntsperspectief tekenen. De stappen kan je ook terugzien in de volgende dia’s
Horizon
Verdwijnpunt
Vier vormen tekenen
Hoeken markeren | Lijnen naar vluchtpunt tekenen
Inkorten
Overbodige lijnen weg gummen
Slide 5 - Slide
1. Teken de horizon
2. Teken het verdwijnpunt op de horizon
Slide 6 - Slide
Stap 3: Teken nu diverse figuren om de horizon heen. Maak het niet te moeilijk. Kies bijvoorbeeld vierkante en rechthoekige vormen.
Stap 4: Markeer nu alle hoeken. Trek lijnen vanaf de hoeken naar het verdwijnpunt. Maak hele dunne lijnen met grijs potlood.
Slide 7 - Slide
Stap 5: Nu ga je de figuren korter maken. Let erop dat de lijnen evenwijdig aan elkaar lopen.
Stap 6: Gum nu de overbodige lijnen weg. Nu heb je dus ‘zwevende’ figuren gemaakt in eenpuntsperspectief.
Slide 8 - Slide
Opdracht 3
Fantasie blokkenlandschap
Heb je oefening 1&2 goed onder de knie? En dan met name de oefening met de blokken?
Ja? Dan ga je nu starten met de opdracht 3!
Slide 9 - Slide
Fantasie blokkenlandschap
Je gaat je eigen fantasie blokkenlandschap tekenen. De blokken vormen de basis van je tekening.
Wat er om de blokken heen gebeurd, mag je zelf bedenken. Staan de blokken in een zee met haaien? Of in een plas van lava met daarin gekke wezens? Of zweven de blokken in een bijzondere lucht waar een boze draak rond vliegt? Kijk gerust even rond op Google naar fantasielandschappen, daar kan je genoeg inspiratie vandaan halen!
Je kiest uit één van de drie thema's:
- Onderwaterwereld
- Ruimtevaart
- Drakenlandschap
Heb je een ander goed idee? Overleg het met de docent.
Slide 10 - Slide
Een blokkenlandschap in de lucht of op de grond? Lage horizon = veel lucht
Een blokkenlandschap in de lucht of op de grond? Hoge horizon = veel grond
Slide 11 - Slide
Stappenplan
Verzamel eerst de volgende materialen: Grijs potlood, gum, grote liniaal, A2 papier
Horizon plaatsen. Let op! Gaat jou landschap zich in de lucht afspelen met vliegende blokken? Dan teken je de horizon laag op het papier. Gaat jou landschap zich vooral op de grond afspelen? Zet dan je horizon hoger op het papier.
Kies daarna je vluchtpunt. Zet deze ongeveer in het midden van de horizon.
Teken de blokken op het papier. Verzin verschillende vormen. Maak er minimaal 5.
Schets vervolgens al je ideeën rondom de blokken. Wat voor wezens/figuren komen er bijvoorbeeld in? Hoe gaat je landschap eruit zien? Denk aan je thema!!
Je gaat het geheel uitwerken met minimaal twee materialen. Je mag kiezen uit waterverf, plakkaatverf, stiften, potloden en ecoline.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Opdracht Perspectief ruimtelijk
Teken je eigen kamer in eenpuntsperspectief.
Kleur je tekening in.
Slide 14 - Slide
Kamer - 1
Teken een rechthoek op je papier. Houd 8 cm ruimte aan de zijkanten en 2,5 cm aan de bovenkant. De hoogte is 10 cm.
Slide 15 - Slide
Kamer - 2
Teken in het midden van de rechthoek een stip (je verdwijnpunt). Teken vanuit het verdwijnpunt een lijn door de hoeken.
Slide 16 - Slide
Kamer - 3
Nu kun je je kamer gaan inrichten. Waar zitten de ramen en deuren, wat staat er op de vloer en hangt er aan de muur?
Slide 17 - Slide
Kamer - 3
Nu kun je je kamer gaan inrichten. Waar zitten de ramen en deuren, wat staat er op de vloer en hangt er aan de muur?
Slide 18 - Slide
Inspiratie
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Opdracht Perspectief ruimtelijk
Wanneer je de tekening helemaal af is, ga je proberen om een droomkamer in miniatuur te maken. Dit doe je samen met een andere klasgenoot. Kijk naar het volgende filmpje om ideeën op te doen.