Basisstof 8: koudbloedig & warmbloedig

Basisstof 8: koudbloedig & warmbloedig
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Basisstof 8: koudbloedig & warmbloedig

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
1. Hoe ademen dieren ook alweer? (vorige les)
2. Huiswerk bespreken 1 t/m 9
3. Basisstof 8: koudbloedig en warmbloedig
4. Aan de slag
5. Afsluiten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen vorige les:
  • Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij de verschillende diergroepen: vissen, insecten, vogels. 

Opdracht:
Bespreek kort met je buur hoe de ademhaling ook al weer werkt bij de verschillende diergroepen.
Tijd: 5 minuten.
Tip: pak je ingevulde stencil erbij ;)

Slide 3 - Slide

Insecten

Slide 4 - Slide

Vissen

Slide 5 - Slide

Vogels

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Belangrijke begrippen:

Slide 11 - Slide

Leerdoelen basisstof 8: koudbloedig en warmbloedig.


Aan het einde van de les...
  • Kan je het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.

Slide 12 - Slide

Hoe blijven wij als mensen warm?
Opdracht:
Bespreek eens met je buur hoe je denk dat wij als mensen warm blijven. Wat hebben wij daar voor nodig? 

Klaar: bedenk eens voor jezelf of samen met je buur of je dieren kan benoemen die warmbloedig zijn en dieren die koudbloedig zijn.

Slide 13 - Slide

Hoe blijven wij als mensen warm?
Door verbranding!
Bij de verbranding van glucose komt energie vrij. Die energie gebruik je om te bewegen en warm te blijven. 




Sommige dieren doen dit anders.

Slide 14 - Slide

Warmbloedig en koudbloedig.
Warmbloedig: Dieren die hun lichaamstemperatuur altijd even hoog houden (constant).

Koudbloedig: Dieren die hun temperatuur wisselen, afhankelijk van de temperatuur van de omgeving.


Alleen vogels en zoogdieren zijn warmbloedig, andere dieren zijn koudbloedig.

Slide 15 - Slide

Koudbloedige organismen
Koudbloedig: Dieren die hun temperatuur wisselen, afhankelijk van de temperatuur van de omgeving.

Hoe kouder de omgevingstemperatuur, hoe lager de lichaamstemperatuur en hoe minder verbranding = minder energie = minder actief.

De meest koudbloedige organismen houden daarom ook een winterslaap:
De stofwisseling vertraagd door de kou, waardoor er maar weinig energie en zuurstof nodig is om te overleven.

Slide 16 - Slide

Warmbloedige organismen
Warmbloedig: Dieren die hun lichaamstemperatuur altijd even hoog houden (constant).

Warmbloedige dieren hebben isolatie: Zoogdieren hebben een vetlaag onder de huid en een dikke vacht of een dik verenpak.

Vogels maken vaak een trek, maar ook zijn er zoogdieren die aan een winterslaap doen.
  • egels, vleermuizen, muizen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide