Basisstof 8: koudbloedig & warmbloedig

1.8 koudbloedig & warmbloedig
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

1.8 koudbloedig & warmbloedig

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
1. Huiswerk controle
2. Hoever zijn we precies?
3. Basisstof 8: koudbloedig en warmbloedig
4. Aan de slag
5. Toetsdatum
6. Afsluiten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen vorige les:
  • Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij de verschillende diergroepen: vissen, insecten, vogels. 

Opdracht:
Bespreek kort met je buur hoe de ademhaling ook al weer werkt bij de verschillende diergroepen.
Tijd: 5 minuten.
Tip: pak je ingevulde stencil erbij ;)

Slide 3 - Slide

Insecten

Slide 4 - Slide

Vissen

Slide 5 - Slide

Vogels

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Belangrijke begrippen:

Slide 11 - Slide

Leerdoelen

Aan het einde van de les...

  • Kan je het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.

Slide 12 - Slide

Hoe blijven wij als mensen warm?
Opdracht:
Bespreek eens met je buur hoe je denk dat wij als mensen warm blijven. Wat hebben wij daar voor nodig? 

Klaar: 
Bedenk eens voor jezelf, of samen met je buur, of je dieren kan benoemen die warmbloedig zijn en dieren die koudbloedig zijn. Waaraan kun je dit herkennen?

Slide 13 - Slide

Hoe blijven wij als mensen warm?
Door verbranding!
Bij de verbranding van glucose komt energie vrij. Die energie gebruik je om te bewegen en warm te blijven. 




Sommige dieren doen dit anders.

Slide 14 - Slide

Warmbloedig en koudbloedig.
Warmbloedig: Dieren die hun lichaamstemperatuur altijd even hoog houden (constant).

Koudbloedig: Dieren die hun temperatuur wisselen, afhankelijk van de temperatuur van de omgeving.


Alleen vogels en zoogdieren zijn warmbloedig, andere dieren zijn koudbloedig.

Slide 15 - Slide

Koudbloedige organismen
Koudbloedig: Dieren die hun temperatuur wisselen, afhankelijk van de temperatuur van de omgeving.

Hoe kouder de omgevingstemperatuur, hoe lager de lichaamstemperatuur en hoe minder verbranding = minder energie = minder actief.

De meest koudbloedige organismen houden daarom ook een winterslaap:
De stofwisseling vertraagd door de kou, waardoor er maar weinig energie en zuurstof nodig is om te overleven.

Slide 16 - Slide

Warmbloedige organismen
Warmbloedig: Dieren die hun lichaamstemperatuur altijd even hoog houden (constant).

Warmbloedige dieren hebben isolatie: Zoogdieren hebben een vetlaag onder de huid en een dikke vacht of een dik verenpak.

Vogels maken vaak een trek, maar ook zijn er zoogdieren die aan een winterslaap doen.
  • egels, vleermuizen, muizen

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Wat: Ga aan de slag met opgaven 1 t/m 4 op blz. 56 en 57.
Hoe: Alleen, in stilte.
Hulp: Je boek en de docent.
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Je hebt de opgaven van basisstof 8 af.
Klaar: Maak een planning om te leren voor
aankomende toets.
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Repetitie thema 1
Wanneer: woensdag na de vakantie = 8 januari.

Wat moet je leren:
- Basisstof 1 t/m 8 (blz. 8 t/m 57).





Slide 19 - Slide


Dit was mijn 
laatste les...


Fijne kerstdagen en 
een gelukkig nieuwjaar!

Slide 20 - Slide