This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Am Ende der Stunde kannst du:
- je kan zeggen welke naamvallen er zijn
- je kan zeggen wat een naamval bepaalt
-je kan de naamvallen juist toepassen in een zin
der- voor mannelijke zaken- der Mann
die- voor vrouwelijke zaken- die Hausfrau
das- voor onzijdige zaken- das Fenster
die- voor meervoud zaken - die Autos
-Deze lidwoorden veranderen naar hun functie in de zin!
-Functies: onderwerp of een lijdend vw
Dit lidwoord verandert ook:
Voor mannelijke zaken -ein Mann
Voor vrouwelijke zaken -eine Frau
Voor onzijdige zaken -ein Mädchen
Voor zeken in het meervoud -keine Autos
Ook dit verandert naar de functie in de zin!!
(zie schema)
Deze verandert ook naar functie/ zinsdeel. (ond, lijdvw)
Binnen de zin ga je dus hier naar op zoek.
Dus wat is onderwerp wat is het lijdvw.
(Komt later het meewerkend. vw nog bij)