Sociale Psychologie - Flex

Sociale Psychologie
1 / 32
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerHBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Sociale Psychologie

Slide 1 - Slide

Programma
Wie zijn wij?
Enkele meerkeuzevragen
Opdrachtomschrijving
Een korte inleiding
Help, een grafiek!
Responsiecollege?


Slide 2 - Slide

Wie zijn wij?

Slide 3 - Slide

Je docent komt tien minuten te laat bij zijn college. Waarom is hij te laat?

A
Hij houdt zich nooit strikt aan het rooster.
B
Zijn werkcomputer besloot eerst Teams te updaten.
C
Hij kiest er vaak voor om eerst andere dingen te doen.
D
Hij is bijzonder onzorgvuldig.

Slide 4 - Quiz

In de klas zit een leerling die heel grappig is en bovendien slimme dingen zegt. Deze persoon is waarschijnlijk ook:
A
punctueel, betrouwbaar en onhandig.
B
betrokken, open en zuinig.
C
empathisch, betrouwbaar en onhandig.
D
sociaal, open en betrokken.

Slide 5 - Quiz

Je werkt binnen je sectie samen met een collega die ontzettend kritisch is en het eigenlijk nooit met jou eens is. Je vermoedt dat hij je expres een beetje tegenwerkt. Wat kun je het beste doen om hem voor je te winnen?

A
Je stelt voor om samen eens iets te gaan drinken.
B
Je neemt een surveillance van hem over.
C
Je vraagt hem om je klas een half uurtje over te nemen.
D
Je deelt je zorgen over een derde collega met hem.

Slide 6 - Quiz

Als je kinderen beloont omdat ze iets doen wat ze toch al leuk vinden, vinden ze die activiteit vervolgens:

A
nog leuker
B
even leuk
C
minder leuk

Slide 7 - Quiz

Je wilt een nieuwe telefoon kopen en bij het zoeken, breng je de keuze terug tot twee buitengewoon gelijkwaardige alternatieven. Uiteindelijk hak je de knoop door en kies je voor een telefoon. Beide telefoons zijn voor hetzelfde bedrag te koop bij twee winkels. Winkel A biedt een extraatje. Je mag de telefoon binnen drie maanden (waarin je ‘m mag gebruiken) terug brengen om hem alsnog te ruilen voor een andere. In winkel B mag dat niet. Wanneer je de telefoon koopt, is ruilen niet meer mogelijk. In welke winkel ga jij je telefoon kopen?

Winkel A, waar je mag ruilen.
Winkel B, waar je NIET mag ruilen

Slide 8 - Poll

Je wilt een nieuwe telefoon kopen en bij het zoeken, breng je de keuze terug tot twee buitengewoon gelijkwaardige alternatieven. Uiteindelijk hak je de knoop door en kies je voor een telefoon. Beide telefoons zijn voor hetzelfde bedrag te koop bij twee winkels. Winkel A biedt een extraatje. Je mag de telefoon binnen drie maanden (waarin je ‘m mag gebruiken) terug brengen om hem alsnog te ruilen voor een andere. In winkel B mag dat niet. Wanneer je de telefoon koopt, is ruilen niet meer mogelijk. Wanneer ben jij het gelukkigst (of meest tevreden) met je telefoon?
Als je je telefoon bij Winkel A hebt gekocht.
Als je je telefoon bij Winkel B hebt gekocht.

Slide 9 - Poll

Interessant?
Sociale psychologie is één van de vier keuzedelen naast macro-economie, filosofie, levensbeschouwing.

Je rondt sociale psychologie af met een serie opdrachten.

De opdrachten zijn gericht op het onderzoeken van verschijnselen en het toepassen van theorie op je (onderwijs)praktijk.

Slide 10 - Slide

Doelen, de student kan…
gedragingen verklaren aan de hand van verschillende sociaal psychologische begrippen (bijvoorbeeld: fundamentele attributietheorie, cognitieve dissonantie, conformisme, etc.).

resultaten van sociaal psychologisch onderzoek toepassen op de lespraktijk.  

Slide 11 - Slide

en de student kan…

verbanden leggen tussen sociaal psychologische theorieën en onderdelen uit het maatschappijleer curriculum.

uitleggen op welke wijze groepsdynamische processen invloed hebben op de lespraktijk.  

Slide 12 - Slide

Afronden 
Probeer het zelf.

Van de laatste 7 hoofdstukken maak je uit ieder hoofdstuk 1 Probeer-het-zelfopdracht. Je voert de opdracht uit en je legt aan de hand van de theorie uit wat deze opdracht onderzoekt en in hoeverre jouw resultaten iets zeggen over de theorie.


Slide 13 - Slide

en je doet ook: 
Je legt de docent vijf begrippen of verschijnselen uit de sociale psychologie voor die je zou willen onderzoeken. Het doel van de opdracht is om aan te tonen dat je deze kernbegrippen begrijpt en dat je deze kunt koppelen aan je rol als docent. Je kunt hierbij denken aan de verschillende rollen die je hebt als docent dus niet alleen in je rol als didacticus of begeleider. In ten minste één A4 per begrip of verschijnsel leg je uit wat dit betekent (verwijs hierbij naar de literatuur) en je legt uit hoe je dit herkent in de praktijk. Vervolgens leg je uit hoe je, met de kennis die je nu hebt opgedaan, in de lespraktijk gebruik gaat maken van dit psychologische voordeel.



Slide 14 - Slide

Een korte inleiding

Slide 15 - Slide

Of  
Wat is het verschil tussen deze twee plaatjes?

Slide 16 - Slide

Wat is (sociale) psychologie?
Psychologie bestudeert, op wetenschappelijke wijze, de mens, menselijke relaties en de relatie met de omgeving.
Sociale psychologie onderzoekt de sociale invloed van de omgeving, mensen in het bijzonder, op ons eigen gedrag.

Slide 17 - Slide

Sociale psychologie bestaat niet?
Waarom?

  • Sociale psychologie bestudeert constructen! 
  • Constructen bestaan door interpretatie.
  • Interpretatie is niet hetzelfde als ‘werkelijkheid’.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Uitgangspunten

Gedrag van mensen is tot op zekere hoogte verklaarbaar vanuit drie uitgangspunten:

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide