Kraamzorg

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Leerdoelen

• Je kunt minimaal 10 werkzaamheden van een kraamverzorgende benoemen
• Je weet het verschil tussen objectief en subjectief
• Je kunt minimaal 2 reflexen benoemen van een baby

https:

Kunnen mannen ook in de kraamzorg werken? 

20 % binnen zorg en welzijn

10 % verpleeg- of verloskunde

Enkelen in kraamzorg

Discriminatie

20 % van de mensen die in de zorg werken, is man. 

Binnen de verpleeg- en verloskunde is dit 10 % 

Er zijn maar enkele mannen werkzaam binnen de kraamzorg

Dit heeft veelal te maken met discriminatie: Kraamverzorgende wordt nog als een echt vrouwenberoep gezien. Wie weet verandert dit in de toekomst? 

Kraamzorg

Verplicht  in basisverzekering

Acht dagen

Verschillende taken

In Nederland heeft iedereen recht op Kraamzorg, in ieder geval 8 dagen. 

Onder kraamzorg vallen verschillende taken, vooral bedoeld om het kraamgezin te ontlasten en voor te lichten. 

Taken kraamzorg

• Assisteren bij de bevalling
• Helpen de baby in bad te doen
• Gezondheid van de baby controleren
• Kraamvrouw helpen bij lichamelijke verzorging
• Bloeddruk en polsslag opmeten
• Toilet en douche schoonmaken
• Voorlichting geven en rapporteren

Rapporteren

Objectief = wat je ziet / waarneemt

Subjectief = je mening en/of gevoel

Rapporteren

Privacy = iets wat niet voor de buitenwereld is

Geheimhoudingsplicht = zaken die je hebt gehoord in het gezin mogen niet naar buiten worden gebracht

Welke opmerking is hier objectief?

1. Jouw kleren zijn prachtig
2. Jouw kleren zijn bijzonder
3. Jouw kleren zijn wit
4. Jouw kleren zijn niet mooi

Welke opmerking is hier subjectief

1. De temperatuur van de baby is 37 graden
2. De kleur van de gordijnen is groen
3. Er staat beschuit met muisjes op tafel
4. Het bed van de kraamvrouw is mooi opgemaakt

Welke opmerking is objectief?

1. Ik zie lekker eten in de keuken
2. Ik zie een banaan op de fruitschaal
3. Ik zie rommel in de gang
4. Ik kan mooi zingen

Welke opmerking is subjectief?

1. Op dinsdag ben ik op school
2. Op woensdag heb ik het vak Engels
3. Op donderdag ga ik op de fiets
4. Op vrijdag voel ik me goed

Noem een taak van een kraamverzorgende

Reflexen

Grijpreflex

Loopreflex

Schrikreflex

Slikreflex

Zoekreflex

Zuigreflex

Grijpreflex = Baby grijpt vinger met handpalm meteen vast

Loopreflex = Baby optillen onder oksels, benen zullen loopbewegingen maken

Schrikreflex = Plotselinge beweging > armen wijd open

Slikreflex = meteen voeden van melk

Zoekreflex = wang baby aanraken en deze zal op zoek gaan naar tepel

Zuigreflex = als de baby iets in de mond krijgt, begint deze gelijk te zuigen

(Laten zien met de babypop) 

Blijvende reflexen

Braken

Hoesten

Kniepeesreflex

Oogknipperreflex

Niezen

Slikken

Pupilreflex

Bij welke reflex draait de baby z'n mond naar je toe?

1. Grijpreflex
2. Zoekreflex
3. Zuigreflex
4. Schrikreflex

Bij welke reflex gaan de armen van de baby opzij of de lucht in?

1. Loopreflex
2. Grijpreflex
3. Zoekreflex
4. Schrikreflex

Sterk voorbeeld van het grijpreflex: baby is nog niet geboren en grijpt de vinger vast van de verloskundige. 

Wat is je het meest bijgebleven van deze les?

Wat zou je nog willen leren?