Week 47 H2

Mittwoch den 18. November
Ga rustig op je plek zitten
Pak je boek en je blauwe schrift
Pak iets om te schrijven
Zorg dat je je device startklaar hebt
Log in met de code linksonder (lessonup.app)



Zorg dat je direct bent ingelogd, ik wacht straks niet op late inloggers
1 / 44
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Mittwoch den 18. November
Ga rustig op je plek zitten
Pak je boek en je blauwe schrift
Pak iets om te schrijven
Zorg dat je je device startklaar hebt
Log in met de code linksonder (lessonup.app)



Zorg dat je direct bent ingelogd, ik wacht straks niet op late inloggers

Slide 1 - Slide

Programm
Rückblick
  • Was machten wir letztes Mal?
Lernziele 5 min
Was werden wir heute lernen? Warum?
      der/die/das/die 15 min  
      • Erklärung + Checkaufgaben in LessonUp. 
        Wochentage 5 min
        • Welche Wochentage gibt es?
        Aufgaben Blaues Heft bis Ende der Stunde
        • Aufgaben ab Seite 
        Evaluation ausfüllen (Exit-ticket -> check Lernziele)







        Slide 2 - Slide

        Rückblick
        Was machten wir letztes Mal?


        Slide 3 - Slide

        Lernziele
        • Je kunt de verschillen toepassen in mannelijk, vrouwelijk en onzijdig (A1)
        • Je kent de dagen van de week (A1)
        • Je kunt iets vertellen over je hobby's (A1)
        • Je kunt tijdens gericht luisteren woorden herkennen in een filmpje (A1)



        Slide 4 - Slide

        Uhrzeiten
        Du hast in den letzten Stunden mit den Uhrzeiten geübt.
        Wir werden die Uhrzeiten wiederholen.
        Du musst dafür die Zahlen auswendig lernen

        eins
        zwei
        drei
        vier
        fünf 
        sechs
        sieben
        acht 
        neun
        zehn

        zwanzig
        dreißig

        fünfundzwanzig
        dreiundvierzig

        Slide 5 - Slide

        Uhrzeiten
        Je maakt tweetallen
        Je krijgt per tweetal twee formulieren (10A + 10B)
        Op ene mist informatie, de ander heeft deze info
        Je gaat elkaar bevragen in het Duits (de manier waarom staat op het blad)
        Je moet ook de werkwoorden goed vervoegen
        eins
        zwei
        drei
        vier
        fünf 

        sechs
        sieben
        acht 
        neun
        zehn

        zwanzig
        dreißig

        fünfundzwanzig
        dreiundvierzig
        essen: Um wie viel Uhr isst ...zu Mittag?
        gehen: Um wie viel Uhr geht.... ins Bett?
        stehen: Um wie viel Uhr steht ... auf?
        ankommen: Um wie viel Uhr kommt ... bei der Arbeit/in der Schule an?

        Slide 6 - Slide

        Aufgaben zum Thema
        Aufgaben 2 + 4 vanaf blz. 78

        Schon fertig?->  Schritt 15 Aufgabe 1 + 2 bis Ende der Stunde

        Slide 7 - Slide

        Aussprache
        u = [oe]
        ü = [u]
        a = [a]
        ä = [é/è/oi]
        o = [o]
        ö = [euh]
        ch = [g zacht]
        ch = [g hard]
        ei = [ai]
        eu = [oi]
        g = [engelse g -> goal]
        z = [ts]

        Slide 8 - Slide

        Aussprache
        Sprich aus:
        • Polizei
        • die Kuh
        • fünf
        • das Mädchen
        • zwölf
        • Deutsch

        Slide 9 - Slide

        Alphabet
        Spel je naam!
        Wie heißt du?
        -
        Kannst du das Buchstabieren?

        Slide 10 - Slide

        Meine erste mündliche Prüfung
        Aufgaben ab Seite 4
        1
        2
        3ab

        Thema 1 ab Seite 9

        Slide 11 - Slide

        Meine erste mündliche Prüfung
        Doel: Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn eigen persoon en mijn dagelijks leven te beschrijven

        voorstellen
        dagelijks leven beschrijven
        Verben
        Fragewörter
        Zahlen
        Wortschatz
        Uhrzeiten
        Tage

        Slide 12 - Slide

        Slide 13 - Slide

        Slide 14 - Slide

        Slide 15 - Slide

        Slide 16 - Slide

        • der
        • die
        • das
        • die
        • die

        Slide 17 - Slide

        Bij mannelijke woorden/personen/dieren gebruik je?
        A
        das
        B
        de
        C
        der
        D
        die

        Slide 18 - Quiz

        Bij vrouwelijke woorden/personen/dieren gebruik je?
        A
        die
        B
        der
        C
        das
        D
        es

        Slide 19 - Quiz

        Gebruik je in het Nederlands het woordje HET, dan gebruik je in het Duits vaak?
        A
        der
        B
        das
        C
        die
        D
        dass

        Slide 20 - Quiz

        ...Mann

        Slide 21 - Open question

        ...Frau

        Slide 22 - Open question

        ...Vater

        Slide 23 - Open question

        ...Mutter

        Slide 24 - Open question

        ...Schwester

        Slide 25 - Open question

        ...Eltern

        Slide 26 - Open question

        Wochentage
        Wat je wanneer doet

        Slide 27 - Slide

        • Leer in 1 min zoveel mogelijk dagen uit je hoofd. 
        • In de volgende slide staan de woorden door elkaar. Weet jij nog welke dagen het moeten zijn?

        timer
        1:00

        Slide 28 - Slide

        NASTGNO

        Slide 29 - Open question

        TESINGDA

        Slide 30 - Open question

        IFTGEAR

        Slide 31 - Open question

        NAMTOG

        Slide 32 - Open question

        AGSAMTS

        Slide 33 - Open question

        ENROGDSANT

        Slide 34 - Open question

        WTIOMHTC

        Slide 35 - Open question

        Blaues Heft - Aufgaben
        • Je hebt nu je blauwe schrift nodig.
        • De volgende opdrachten staan allemaal in je schrift
        • We beginnen met een kijk- en luisteropdracht 3C
        • Je moet het filmpje in LessonUp kijken
        • Schrijf in je boekje alle hobby's op die je hoort
        • Teken van 4 hobby's een plaatje

        Op de volgende slide staat de opdracht nog een keer uitgelegd!


        Slide 36 - Slide

        Sehen Aufgabe 3C 
        1) Sieh dir das Video an (uitzending staat in de volgende slide)

        2) Schreibe alle Hobbys auf die du hörst +Übersetzung (Schrijf alle hobbys op met vertaling)

        3) Zeichne von 4 Hobbys ein Bild (teken 4 hobbys).

        Slide 37 - Slide

        Slide 38 - Video

        Sehen Aufgabe 3C 
        1) Sieh dir das Video an (bekijk deze uitzending)

        2) Schreibe alle Hobbys auf die du hörst +Übersetzung (Schrijf alle hobbys op
        met vertaling)

        3) Zeichne von 4 Hobbys ein Bild (teken 4 hobbys).

        Slide 39 - Slide

        Aufgaben ab Seite 10 bis zur Seite 14

        Wortschatz Essen
        Wortschatz Uhrzeiten
        Die Wochentage
        Mein Tagesablauf

        Volgende slides ook even invullen!


        timer
        10:00
        timer
        10:00

        Slide 40 - Slide

        Je kunt de verschillen toepassen in mannelijk, vrouwelijk en onzijdig (A1)

        A
        1
        B
        2
        C
        3
        D
        4

        Slide 41 - Quiz


        Je kent de dagen van de week (A1)

        A
        1
        B
        2
        C
        3
        D
        4

        Slide 42 - Quiz


        Je kunt iets vertellen over je hobby's (A1)

        A
        1
        B
        2
        C
        3
        D
        4

        Slide 43 - Quiz

        Ende der Stunde

        Slide 44 - Slide