Stepping Stones grammar unit 3 mavo

Doel van de les
Je leert hoe je een vraagzin moet maken met 'to be'.

Je leert woordjes in het meervoud te zetten.

Je leert het juiste lidwoord te gebruiken.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doel van de les
Je leert hoe je een vraagzin moet maken met 'to be'.

Je leert woordjes in het meervoud te zetten.

Je leert het juiste lidwoord te gebruiken.

Slide 1 - Slide

To be

Slide 2 - Mind map

Interrogative sentences with 
'to be'
Je maakt vraagzinnen door de persoonsvorm, in dit geval 'to be', vooraan in de zin te plaatsen:

She is happy.

Is she happy?

Slide 3 - Slide

Let op! Wanneer een zin ontkennend is haal je 'not' wel weg voordat je 'to be' verplaatst:

He isn't very tall.
He is very tall.

Is he very tall?
Let ook op bij 'I' en 'you'. Als iemand een vraag aan 'jou' stelt antwoord je tenslotte ook met 'ik':

Are you happy?
I am happy.

En andersom:

Am I right?
You are right.



Slide 4 - Slide

Are you good at English?
Are they playing soccer?
Is she going home?
Are you happy?
I am good at English.
The boys aren't playing soccer.
She's going home.
We're very happy.

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Video

Which plural is correct?
A
mans
B
men
C
mens
D
man

Slide 7 - Quiz

Which is not plural?
A
books
B
chairs
C
cooks
D
gas

Slide 8 - Quiz

The plural of "ox" is
A
Oxes
B
Ons
C
Oxan
D
Oxen

Slide 9 - Quiz

What is the plural of:
Baby
A
Babys
B
babies
C
baby's
D
babie's

Slide 10 - Quiz

plural: one wolf - two
A
wolfs
B
wolfes
C
wolves
D
wolf

Slide 11 - Quiz

Which plural is correct?
A
childs
B
mans
C
mens
D
mice

Slide 12 - Quiz

Wanneer gebruik je het lidwoord 'an'?

Slide 13 - Open question

an

Slide 14 - Mind map

Wanneer gebruik je het lidwoord 'a'?

Slide 15 - Open question

a

Slide 16 - Mind map

And finally, some real English amusement.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video