le 12 et 13 mars 2025

1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook weg.
We overleggen zachtjes binnen de MC als we een vraag hebben.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal.
We letten op in de les.
Tijdens het zelfstandig werken mag je oortjes in of een koptelefoon op

Slide 2 - Slide

Start-upslide
vraag 1: vertaal de woordjes naar het Frans:
  1. ik volg
  2. jammer genoeg
  3. achterlaten
  4. digitaal
  5. laat zien!
  6. de vriendschap
  7. grappig
  8. kletsen
  9. bij vrienden
  10. op de sportclub


 


vraag 1: vertaal de woordjes naar het Nederlands:
  1. c'est-à-dire
  2. j'envoie
  3. démodé
  4. ça te dit?
  5. utiliser
  6. je la connais
  7. ensemble
  8. rencontrer
  9. shoppen
  10. tv kijken
Klaar? Ga dan alvast leren voor volgende week Succes!
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Start-upslide: antwoorden
vraag 1: vertaal de woordjes naar het Frans:
  1. ik volg je suis
  2. jammer genoeg malheureusement
  3. achterlaten laisser
  4. digitaal numérique
  5. laat zien! fais voir!
  6. de vriendschap l'amitié
  7. grappig marrant(e)
  8. kletsen bavarder
  9. bij vrienden chez des amis
  10. op de sportclub au club de sport


 


vraag 1: vertaal de woordjes naar het Nederlands:
  1. c'est-à-dire dat wil zeggen
  2. j'envoie ik stuur
  3. démodé ouderwets
  4. ça te dit? heb je daar zin in?
  5. utiliser gebruiken
  6. je la connais ik ken haar
  7. ensemble samen
  8. rencontrer ontmoeten
  9. shoppen faire du shopping
  10. tv kijken regarder la télé
Klaar? Ga dan alvast leren voor volgende week Succes!
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Lesinhoud:
  1. Start-upslide chapitre 1 vocabulaire A en E (blz.48-49)
  2. Aan de slag met luisteroefeningen:
    exercices 5 et 7 en classe (p.58+61)
    exercices 6 (p.60)
    Exercice 20 (p.75)
  3. Francofolies chapitre 2


Huiswerk voor volgende week:
Leren:
Hoofdstuk 1 Vocabulaire A en E Frans-Nederlands, Nederlands- Frans (blz.48-49)
Hoofdstuk 2 Vocabulaire A en E Frans-Nederlands, Nederlands- Frans (blz.86-87)

meenemen:
Werkboek A






Lesdoelen:
  • Je kunt een grappige anekdote begrijpen. (A2)
  • Je kent woorden die te maken hebben met hobby’s.
  • Je kent woorden om je mening te geven.
  • Je weet de bezienswaardigheden te benoemen in Saint-Malo
  • Je kan een stripfiguur beschrijven in het Frans
  • Je kan drie internationale sporttoernooien die plaatsvinden in Frankrijk beschrijven (waar, wanneer, sinds wanneer, laatste winnaars, en andere informatie).

 

 

 


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

é coute et lis le dialogue: Quelle bêtise! Choisis les bonnes phrases.
Sleep welke overeenkomt met het fragment naar het vinkje en welke niet overeenkomt naar het kruisje.
Léonore  interviewt Clément voor haar sportclub.
Léonore vraagt aan Clément of hij ooit iets doms heeft gedaan
Clément vertelt over iets wat hij als klein kind heeft gedaan
Baptiste is de broer van Clément
Clément wilde graag bij een tennistoernooi van Baptiste zijn
Cléments moeder zou hem op tijd wakker maken

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- allé au tournoi, déjà fait match
- en retard, 2 heures après
- mars, change d’heure, heure d’été, avancer la montre d’une heure, retardé d’une heure, à 9 heures au lieu de 7 heures, 2 heures trop tard
Je hebt ze misschien niet allemaal gehoord of opgeschreven. Het is ook goed als je het in het Nederlands hebt opgeschreven, als je fouten hebt gemaakt in het Frans of als je afkortingen hebt gebruikt.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Clément ging naar het toernooi, maar de wedstrijd was al voorbij. Hij was blijkbaar te laat. Hij had zich vergist in het verzetten van de klok vanwege de zomertijd. Hij had zijn wekker niet één uur eerder gezet maar één uur later. Daarom kwam hij twee uur te laat.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Ze heeft een hekel aan de zomertijd / de klok verzetten omdat je een uur minder slaapt.

Slide 13 - Slide

Exercice 7a (p.61)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide