3.2 Oost-Afrika natuurkundig

3.2 oost-Afrika natuurkundig
1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3.2 oost-Afrika natuurkundig

Slide 1 - Slide

Waarom ligt er op sommige bergen in Oost-Afrika sneeuw?
A
Ze liggen dicht bij de Noordpool.
B
Ze liggen dicht bij de evenaar.
C
Ze zijn zo hoog dat het op de top altijd vriest.
D
Ze liggen dicht bij de Zuidpool.

Slide 2 - Quiz

De neerslag die in Oost-Afrika valt, is vooral .... .
A
stuwingsneerslag.
B
frontale neerslag.
C
stijgingsneerslag.

Slide 3 - Quiz

3.2 
De beroepsbevolking kun je in 3 sectoren verdelen:
Primaire sector of landbouwsector: alle beroepen die te maken hebben met het produceren van grondstoffen. Bijv. landbouw en visserij, maar ook mijnbouw en bosbouw.
Secundaire sector of industriesector: alle beroepen die te maken hebben met het verwerken van grondstoffen. Bijv. in fabrieken of de bouw.
Tertiaire sector of  dienstensector: alle beroepen die een dienst leveren. Bij. winkels, banken, gezondheidszorg.

Slide 4 - Slide

Tot welke sector hoort een tomatenkweker?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 5 - Quiz

In welke sector werken de meeste mensen in een rijk, ontwikkeld land?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 6 - Quiz

De verdeling van de beroepsbevolking zegt iets over de ontwikkeling van een land. Veel mensen in de landbouwsector betekent een laag ontwikkelingspeil.
In Oost-Afrika werken veel mensen in de landbouw. Ze hebben vaak zelf een kleine boerderij en produceren vooral voor zichzelf. Ze doen aan zelfvoorzienende landbouw.  Of het zijn nomadische veetelers. Boeren die met hun kuddes rondtrekken.
Er zijn ook grote bedrijven die doen aan commerciële landbouw. Dat zijn bedrijven die vooral produceren voor de verkoop op de wereldmarkt. Het zijn meestal buitenlandse bedrijven, en de winst gaat dan ook daar naar toe.

Slide 7 - Slide

De bevolking van Oost-Afrika woont bijzonder verspreid. De grootste bevolkingsdichtheid zie je op grotere hoogte. Dat komt omdat het klimaat daar beter is. Het is er koeler en er is meer neerslag.
Oost-Afrika kent een grote groene druk. Veel jongeren. De bevolking groeit, dus ook de behoefte aan voedsel. De zelfvoorzienende landbouw kan dat bijna niet meer aan. Ook klimaat werkt niet altijd mee. Daardoor regelmatig misoogsten en vee sterfte. Met als gevolg hongersnood.

Slide 8 - Slide

Wat is geen kenmerk van 'zelfvoorzienende landbouw'?
A
Kleine bedrijven.
B
Zowel veeteelt als akkerbouw.
C
Productie voor de wereldmarkt.
D
Productie voor eigen gebruik.

Slide 9 - Quiz

In Oost-Afrika zijn er ook vluchtelingen, want in een aantal landen is het zeer onrustig. Ook zijn er veel mensen op de vlucht door gebrek aan eten. Er zijn naar schatting in de hele regio 5,5 miljoen vluchtelingen.
Veel vluchtelingen wonen in speciale vluchtelingenkampen. Maar daar kunnen ze niet werken en een nieuwe toekomst opbouwen. Sommige mensen wonen wel 15 jaar in vluchtelingenkampen.

Slide 10 - Slide

Wat zijn twee redenen voor mensen in Oost-Afrika om te vluchten?
A
Wilde dieren en geen internet.
B
Oorlog en gebrek aan voedsel.
C
Sneeuwstormen en overstromingen.
D
Te hoge belastingen en geen scholen.

Slide 11 - Quiz