a De bananen, die al bruin en zacht zijn geworden, ga ik niet meer opeten.
b De bananen die al bruin en zacht zijn geworden, ga ik niet meer opeten.
Slide 2 - Slide
Bekijk deze twee zinnen:
a Hij zat op haar, schoot en rustte uit.
b Hij zat op haar schoot en rustte uit.
Slide 3 - Slide
Waarom kan deze zin twee betekenissen hebben? Leg uit met leestekens.
Onze trainer zei Jan is uiterst traag van begrip.
Slide 4 - Slide
Leestekens (bijvoorbeeld punt, vraagteken en uitroepteken) helpen bij het lezen van een tekst.
Hieronder staan de regels voor de moeilijkste gevallen.
Slide 5 - Slide
Een komma geeft een rust in de zin aan. Je gebruikt een komma
voor of na een aanspreking: – Zeg, zou u donateur willen worden van het Wereld Natuur Fonds, mevrouw?
Slide 6 - Slide
Een komma geeft een rust in de zin aan. Je gebruikt een komma
tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en); – In mijn achtertuin staan vaste planten, enkele struiken en een paar bomen.
Slide 7 - Slide
Een komma geeft een rust in de zin aan. Je gebruikt een komma
tussen twee persoonsvormen: – Als we niet minder plastic gebruiken, wordt de plasticsoep in de oceaan nog groter.
Slide 8 - Slide
Een komma geeft een rust in de zin aan. Je gebruikt een komma
tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn: – Lenie ’t Hart werd in 1996 benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau, omdat ze zich decennialang had ingezet voor de zeehondenopvang. Maar: Ik vind dat zo’n onderscheiding dik verdiend is.
Slide 9 - Slide
Een komma geeft een rust in de zin aan. Je gebruikt een komma
voor en achter een bijstelling: – Greenpeace, de bekende milieuorganisatie, protesteert al jaren tegen transporten van radioactief afval.
Slide 10 - Slide
Een dubbele punt dient om iets aan te kondigen:
een citaat (directe rede): – De leraar biologie zei: ‘De korenwolf komt alleen in Limburg voor.’
Slide 11 - Slide
Een dubbele punt dient om iets aan te kondigen:
een gedachte (let op: bij een gedachte gebruik je geen aanhalingstekens): – Kelsy dacht: wat interesseert mij dat nou helemaal.
Slide 12 - Slide
Een dubbele punt dient om iets aan te kondigen:
een opsomming: – Deze grote zoogdieren worden het meest bedreigd met uitsterven: de Siberische tijger, de berggorilla en de Javaanse neushoorn. Maar: Het meest bedreigd met uitsterven worden de Siberische tijger, de berggorilla en de Javaanse neushoorn. (niet-aangekondigde opsomming)
Slide 13 - Slide
Een dubbele punt dient om iets aan te kondigen:
een uitleg of toelichting: – Ik hoop dat de wolf zich niet in Nederland vestigt: wolven bijten heel vaak schapen dood.
Slide 14 - Slide
Aanhalingstekens gebruik je
bij citaten (kijk goed naar de voorbeeldzinnen): – ‘Ik ga een hamster kopen’, zei Melissa. ‘Gaan jullie mee?’ – 'Goed,' antwoordde Roos, 'al snap ik niet wat je met zo'n beest moet.' – ‘Hoepel dan maar op!’ schreeuwde Melissa boos.
Slide 15 - Slide
Aanhalingstekens gebruik je
als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis: – Met hoeveel r’en schrijf je ‘concurrentie’?
Slide 16 - Slide
Aanhalingstekens gebruik je
als het woord op een speciale manier (bijvoorbeeld spottend or sarcastisch) gebruikt wordt: – Toen de halve klas een onvoldoende had, zei mevrouw Wijsman dat we weer ‘uitstekend’ gepresteerd hadden.
Slide 17 - Slide
Een puntkomma gebruik je
tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen: – Mijn vriendin wilde de tent opzetten onder een hoge boom; dat leek mij niet zo verstandig.
Slide 18 - Slide
Een puntkomma gebruik je
als afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die onder elkaar staan. Het laatste onderdeel krijgt als afsluiting een punt. Kijk voor een voorbeeld naar de opsomming in de uitleg bij opdracht 1.
Slide 19 - Slide
Ga nu op je laptop naar de software van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die klaarstaan in de planning.