1BK1 onregelmatige WW

Onregelmatige werkwoorden
1BK1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Onregelmatige werkwoorden
1BK1

Slide 1 - Slide

Maar eerst:

Nakijken paragraaf 11

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat de regels voor het spellen van onregelmatige werkwoorden zijn; 
- hoe je met onregelmatige werkwoorden omgaat, zodat ze goed in de zin passen. 

Slide 3 - Slide

Werkwoordspelling
Afgelopen weken hebben we veel gekeken naar werkwoorden. 




Tegenwoordige tijd
ik ik-vorm
je/jij ik-vorm+t*
hij/zij/het ik-vorm+t
meervoud hele werkwoord
Verleden tijd
enkelvoud ik-vorm +de/te
meervoud ik-vorm +den/ten
*als je/jij achter de persoonsvorm staat, gebruiken we de ik-vorm

Slide 4 - Slide

(hebben)
Hij ......... een gave fiets!

Slide 5 - Open question

(zijn)
Gisteren ........ ik te laat thuis
A
waren
B
ben
C
was
D
bent

Slide 6 - Quiz

Onregelmatige werkwoorden
De meeste werkwoorden worden volgens de regels in de vorige sheet vervoegd. Er zijn ook zwakke werkwoorden, die in de verleden tijd van klank veranderen. 

Bij sommige werkwoorden gelden zelfs de regels die voor de tegenwoordige tijd gelden niet; dit zijn onregelmatige werkwoorden: 
zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 14 - Quiz

Dansen is een
A
Onregelmatig werkwoord
B
Regelmatig werkwoord

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'zijn'?
A
ik ben, jij is, hij is, wij bennen
B
ik is, jij is, hij is, wij zijn
C
ik ben, jij bent, hij is, wij zijn
D
ik ben, jij bent, hij bent, wij bennen

Slide 16 - Quiz

Hoe weet je of je te maken hebt met een onregelmatig werkwoord?
A
onregelmatige werkwoorden zijn duidelijk herkenbaar.
B
je schrijft de persoonsvorm en het voltooid deelwoord niet volgens de normale regels.
C
een onregelmatig werkwoord komt niet heel regelmatig voor.

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
BK: Werk nu aan opdracht 1 tot en met 5 op pagina 232 en 233
Klaar? 
Online trainen/oefentoetsen paragraaf 9, 10, 11 en 12

KT: Werk nu aan opdracht 1 tot en met 6 op pagina 240 en 241
Klaar?
Online trainen/oefentoetsen paragraaf 10, 11 en 12

Slide 18 - Slide

Wat hebben we geleerd?

Slide 19 - Slide

Wat hebben we geleerd?
Vandaag hebben we geleerd wat de onregelmatige werkwoorden zijn.
Vandaag hebben we geleerd hoe we de onregelmatige werkwoorden moeten spellen.

Slide 20 - Slide