Hoofdstuk 2 B 26/11/'24

Welkom A2D
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom A2D

Slide 1 - Slide

Lezen
Blz. 185

Slide 2 - Slide

Lesdoel
- Je leert werkwoorden correct spellen.

Slide 3 - Slide

Aan de slag
- Kijk opd. 7 t/m 11 op blz. 27-28 na.
Klaar?
- Ga een krantenartikel (nexisuni.com) zoeken, lezen in je leesboek of oefenen via LessonUp met een onderdeel waar je nog extra mee aan de slag wil.

Slide 4 - Slide

Werkwoordspelling
- Wat is altijd de eerste stap die je zet als je de juiste vorm van het werkwoord moet noteren?

- Wat zijn de regels voor de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Slide 5 - Slide

Aan de slag
Ga naar gosocrative.com en voer bij lokaal SROSIER in. Je mag meteen beginnen zonder te overleggen.
Klaar?
- Ga een krantenartikel (nexisuni.com) zoeken, lezen in je leesboek of oefenen via LessonUp met een onderdeel waar je nog extra mee aan de slag wil.

Slide 6 - Slide

Huiswerk

- Lees in je leesboek voor de leesclub of werk aan je presentatie.

Slide 7 - Slide

Terugkijken
- Schrijf op wat een hyperlink is.
- Schrijf op wat ontlezing is.

Slide 8 - Slide

Huiswerk vr 6/10 4e uur
- Maak opd. 2,3,4,5,6,7 op blz. 120-121. en lees in je leesboek voor de leesclub.

Slide 9 - Slide

Klaar

Slide 10 - Slide

Lezen
Boek blz. 

Slide 11 - Slide

Huiswerk maandag 9/1 5e uur
- Maken opd. 1,2 blz. 157.

Slide 12 - Slide

Terugkijken
- Hoe vind je zinsdelen?
- Wat is de beste manier om de persoonsvorm te vinden?
- Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Slide 13 - Slide

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp van de volgende zin?:

- Misschien heeft mijn neefje wel een voetbal gewonnen voor mij?

Misschien
heeft
mijn neefje
wel
een voetbal
gewonnen
voor mij
heeft gewonnen
pv
ow

Slide 14 - Drag question

Maak zinsdelen bij de volgende zin:

- Tijdens mijn vorige vakantie heb een ik voor mijn vriendin een nieuwe armband gekocht in een leuk winkeltje.

Slide 15 - Open question