Woordenschat H1

Stillezen (maar dan ook echt stil)
timer
15:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Stillezen (maar dan ook echt stil)
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Deze les:
herhalen theorie over woordraadstrategieen.
 interactieve les (quiz)
Lesdoel: (H1) Je leert de betekenis van een onbekend woord vinden. 

Slide 2 - Slide

Op welke manier kun je de betekenis van een onbekend woord vinden?

Slide 3 - Open question

Noteer de juiste vorm van het woord: eventueel.
De ............schade aan je nieuwe fiets kun je opgeven bij de verzekering.

Slide 4 - Open question

Noteer de juiste vorm van het woord. regio
Vorige week stond mijn overwinning de .......... krant.

Slide 5 - Open question

Noteer de juiste vorm van het woord.
Onderhandelen
De ministers zijn nog in ........ over de nieuwe loonmaatregel.

Slide 6 - Open question

Kies steeds het juiste synoniem.

instructie
A
huidige
B
bedoeling
C
tarief
D
uitleg

Slide 7 - Quiz

Kies steeds het juiste synoniem.

aangekomen
A
vertrokken
B
gearriveerd
C
bezig
D
onderweg

Slide 8 - Quiz

Kies steeds het juiste synoniem.

komische
A
grappige
B
huidige
C
saaie
D
vervelende

Slide 9 - Quiz


De Chinese muur diende als verdedigingswal tegen aanvallen van Hunnen, Mongolen en de Mansjoes. Continu vielen deze volken China binnen de noordelijke grenzen. Iedere nieuwe Chinese heerser zat met het dilemma wat tegen deze aanvallen te doen. De heersers stonden voor deze moeilijke keuze, want ze konden zich verdedigen door oorlog voeren, onderhandelen of een muur bouwen. Ze kozen voor een muur, want oorlogen zijn te risicovol.
Wat is volgens de tekst een dilemma?
timer
1:30

Slide 10 - Open question

Lees de zin en beantwoord de vraag.

1. Om het kasteel ligt een groot terrein. Op het perceel staan fruitbomen en een paardenstal.

Hoe helpt de schrijver je om het onderstreepte woord te begrijpen?

Door het geven van.....
A
een omschrijving
B
een synoniem
C
een tegenstelling
D
een voorbeeld

Slide 11 - Quiz

Lees de zin en beantwoord de vraag.

2. Een grensrechter is iemand die de scheidsrechter bij voetbal ondersteunt.

Hoe helpt de schrijver je om het onderstreepte woord te begrijpen?

Door het geven van......
A
een omschrijving
B
een synoniem
C
een tegenstelling
D
voorbeelden

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het woorddeel -overschrijdend in de volgende zin?

3. Omdat Carlo grensoverschrijdend gedrag had vertoond, mocht hij niet mee op excursie.
A
wat overgaat
B
wat te ver gaat

Slide 13 - Quiz

Lees de zin.

4. Geef de juiste betekenis van het woord diabetes en de woordraadstrategie die bij de zin past.
Mijn tante lijdt aan diabetes, dat wil zeggen suikerziekte.
betekenis = woordraadstrategie=

Slide 14 - Open question


Slide 15 - Open question

Wat wordt bedoeld met ‘de nationale driekleur’ (al. 4)?
A
een vlag met drie kleuren van een land.
B
een wegwijzer met drie verschillende kleuren.
C
het wapen van een land.

Slide 16 - Quiz

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Open question

Huiswerk
dinsdag 22 september: H1, paragraaf woordenschat, opdracht 8 en 9. blz 35

Slide 18 - Slide