Les 76: Meewerkend voorwerp (mv)
Let op!
Als 'aan' of 'voor' in de zin staat, hoort dat bij het mv.
Als er geen 'aan' of 'voor' in de zin staat, kun je dat erbij denken.
> Lou gaf zijn maatje een vriendschappelijke stomp.
> Lou gaf (aan) zijn maatje een vriendschappelijke stomp.
> Roxy schenkt Lisette een kop thee in.
> Roxy schenkt (voor) Lisette een kop thee in.