Leesvaardigheid

Welkom klas!

1 dec 2021

De vorige les....

......hebben we geleerd hoe je het lijdend voorwerp vindt in een zin. 

Deze les

Leer je wat alinea, deelonderwerp en tussenkopje is en hoe je ze kan herkennen.

Leer je hoe je globaal kunt lezen. 

Alinea's

In een tekst staat alles niet door elkaar. 

De tekst is verdeeld in stukjes: alinea's. 

In een alinea staat informatie die bij elkaar hoort. 

Eerste alinea: hier staat vaak waar de hele tekst over gaat. 

Volgende alinea's: meer uitleg of informatie over het onderwerp van de tekst. 

Deelonderwerp

De belangrijkste informatie staat vaak in de eerste zin of in de laatste zin van een alinea. 

Elke alinea gaat over een deelonderwerp van de tekst. 

Deelonderwerp

In een tekst over het programma K2 zoekt K3 kunnen de alinea's bijvoorbeeld gaan over de volgende deelonderwerpen:

- Wanneer is het programma begonnen?

- Hoe worden de deelnemers geselecteerd?

Wat kunnen de deelnemers winnen?

Tussenkopje

Soms gaat één alinea over één deelonderwerp.

Soms gaan meer alinea's over één deelonderwerp. 

Soms staat er een tussenkopje boven een alinea. 

Zie lesboek tekst 2 blz. 39

Nakijken huiswerk

- opdracht 4 blz. 214

- opdracht 1 blz. 39

Zoekend lezen

• Als je snel iets wilt opzoeken in een tekst hoef je niet alles te lezen. 
• Om juist dat stukje te vinden dat je zoekt gebruik je zoekend lezen. 
• Kijk naar het tussenkopjes  boven een stukje tekst en zoek het kopje dat jij nodig hebt. Dat lees je. 

De volgende les 

Gaan we verder met tekstverwerking. 

Het huiswerk komt in Magister te staan. 

Goedemorgen klas

7 december 2021

De vorige les

Heb je geleerd wat een alinea, deelonderwerp en tussenkopje is en hoe je ze kan herkennen.

Je weet ook hoe je globaal/zoekend moet lezen. 

Deze les

Leer je wat de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst is. 

Inleiding

De inleiding is het eerste deel van een tekst. Daarin staat kort waar de tekst over gaat. De inleiding is meestal:

• 1 of 2 alinea's
• zegt waar de tekst over gaat
• maakt je nieuwsgierig

Middenstuk

Het middenstuk is het langste deel van de tekst met de meeste informatie. 

Slot

In het slot staat nog een keer het belangrijkste uit de tekst. 

Huiswerk nakijken

Lezen theorie zoekend lezen blz. 215 en 64. 

Maken opdracht 5 blz. 215

Maken opdracht 1 blz. 65

Aan de slag

Lezen theorie inleiding, middenstuk, slot blz. 90 en blz. 216.

Maken opdracht 6 t/m 9 blz. 216

De volgende les

We gaan verder met tekstverwerking. 

Het huiswerk voor morgen komt in Magister te staan. 

We gaan stil lezen

Aan de slag (2e lesuur 1C)

Lezen theorie blz. 216 en blz. 90 over inleiding, middenstuk, slot

Maken opdracht 1 en 2 blz. 91/92

Ben je klaar? Dan maak je opdracht 4 blz. 93. 

Dit is ook het huiswerk. 

De volgende les

Gaan we verder met leesvaardigheid. 

Het huiswerk staat in Magister.

Goedemorgen klas!

12 januari

8 december 2021

De vorige les

Heb je geleerd wat een inleiding, middenstuk en slot is. 

Herhaling

Wat is de inleiding?

Wat is het middenstuk?

Wat is het slot?

Deze les

Deze les leer je wat de (5) doelen van een tekst zijn. 

Het doel van een tekst

Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.

 Bijvoorbeeld legt hij uit hoe je een konijn moet verzorgen. 

De bedoeling is het doel van de tekst. 

Het doel van een tekst

- informatie geven: je leert iets van de tekst. 

bijvoorbeeld: uitleg in een schoolboek

- amuseren: je leest de tekst voor je plezier. 

bijvoorbeeld: een stripverhaal, een spannend boek

Het doel van een tekst

zie schema blz. 116 boek

1. informeren: de schrijver wil dat je iets te weten komt.

bijv. krantenbericht

2. iets leren of uitleggen (instrueren): de schrijver wil dat je weet hoe je iets moet doen. 

bijv. hoofdstuk uit leerboek, recept, gebruiksaanwijzing

Het doel van een tekst

3. iets laten doen (activeren): de schrijver wil je overhalen om iets te doen. 

bijv. reclametekst, uitnodiging, advertentie

4. een mening geven (overtuigen): de schrijver wil dat je zijn mening overneemt. 

bijv. bespreking van een film

Het doel van een tekst

5. vermaken (amuseren): de schrijver wil je vermaken. 

bijv. verhaal, strip

Huiswerk nakijken

1C: opdracht 1, 2 en 4 blz. 91 (inleiding middenstuk slot)

1D: opdracht 6 t/m 9 blz. 216 (inleiding middenstuk slot)

Aan de slag 1C

Maken opdracht 10 en 11 blz. 217 Doel van een tekst

Lezen theorie tekst en afbeeldingen blz. 218

Maken opdracht 12 blz. 218 

Ben je klaar? Maken opdrachten 1, 2 en 4 H5 vanaf blz. 117 doel van een tekst

Aan de slag 1D

Maken opdracht 1, 2 en 4 blz. 91
Inleiding middenstuk slot

Klaar? Maken opdracht H1 blz. 12 opdracht 1, 2 en 4 

We gaan 10 minuten stil lezen

De volgende les

Gaan we verder met tekstdoelen