Unidad 3.2 + Navidad

Hoy es el 19 de diciembre de 2022
1 / 37
next
Slide 1: Slide
SpaansBeroepsopleiding

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoy es el 19 de diciembre de 2022

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

¿Qué vamos a hacer hoy?
TB
p.32, oef. 6:¿ Le gusta el chocolate?: Lezen en omcircel de woorden die met het onderwerp "familie" te maken hebben.
oef.7: Lees de nummers
WB.: p.30, oef.5a/b, p.34, oef.17
Liedje van Enrique Iglesias: Onderstreep de bezittelijke voornaamwoorden.
                

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

5

Slide 3 - Video

This item has no instructions

00:25
El padre se llama .....y tiene.....
A
José / 47 años
B
Juan / 45 años
C
Juan/ 47 años
D
José / 45 años

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

00:57
El hermano de Juan se llama.... y tiene...años
A
Juan / 52 años
B
Paco / 52 años
C
Paco / 56 años
D
Pepe/ 56 años

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

01:05
¿ Cuántos hijos tiene el hermano de Juan?
A
dos
B
cuatro
C
tres
D
uno

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

01:18
La hermana de Juan se llama...... y no está ...
A
Pilar/ soltera
B
Pepa/ casada
C
Paca/ soltera
D
Pilar / casada

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

01:55
Los abuelos se llaman
A
Pepa y Manolito
B
Pepe y Catalina
C
Pepe y Manolita
D
Paco y Manolita

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Los números (de getallen)
1 t/m 10: uno, dos, tres, cuatro, cinco, seis, siete, ocho, nueve, diez
  • 1: uno/ 10: diez/ 20: veinte/ 30: treinta/ 40:cuarenta/ 50: cincuenta/ 60: sesenta/ 70: setenta/ 80: ochenta/ 90: noventa/ 100: cien
  • Getallen die op uno eindigen, krijgen voor vrouwelijke woorden  de uitgaan una ( treinta y una fábricas).
  • Bij mannelijke woorden valt de -o weg ( treinta y un empleados)
U: Unidad: eenheid
D: Decena : tiental
WB: Oefeningen van getallen: 6, 16

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Número:
  • 1
  • 12
  • 23
  • 34
  • 45
  • 56
  • 67
  • 78
  • 89
  • 98
  • 87
  • 76
  • 65
  • 54

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

noventa y dos
cuarenta y cinco
quince
sesenta y ocho
treinta y tres
veintiuno
cincuenta y cinco
setenta y seis
ochenta y nueve
once

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

TB:oef. 8 Unas cifras sobre la empresa valor
  • ¿Cuántos/-as? = hoeveel?
¿ Cuántos empleados?
¿ Cuántas chocolaterías?
  • Naar iemands leeftijd vragen : met TENER
¿ Cuántos años tienes? ( hoe oud ben jij?)
  • Luister oef. 8 en geef antwoord aan de vragen.
1. 55 años
2. 7 miembros de la familia
3. 34 chocolaterías
4. 300 empleados
5. a 60 países
6. 100 productos diferentes
WB: andere oefening van hoeveelheid en getallen, oef. 20

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

WB oef. 5 p.30 
  • Tu/ Su familia
  • mi familia
  • mi tío
  • mi madre
  • mis dos hermanos
  • mi abuelo
  • nuestro circo

WB: Andere oefeningen bezittelijke vnmw.: oef.17 en 21

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

¿Cuál es la relación entre...?
Federico y Pilar
Voorbeeld: 
Federico es el padre de Pilar, Pilar es su hija.
  1. Pilar y José
  2. Tania y David
  3.  Lucía y Pablo
  4. Antón y David
  5. Pilar y Tania
  6. Maite y Mar
  7. Pedro y Javier
  8. Juana y Lucía
  9.  Ana y Federico

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Somos diferentes : Bijvoeglijke naamwoorden om iemand te beschrijven.
  •  Bijvoeglijke naamwoorden richten zich in getal en geslacht naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen



TB. p.33, oef.10a/b. Lees de tekst en onderstreep hun eigenschappen. Daarna vul de tabel aan

un hombre atractivo
un hombre interesante
un hombre original
una mujer atractiva
una mujer interesante
una mujer original

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijke naamwoorden on te beschrijven 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

En España
¿ Qué sabes?
Wat weet je?
Wat denk je?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Feliz Navidad
¿En Holanda?
Fechas: data
Regalos: Cadeautjes
Comida: Eten
Cantar: Zingen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Fechas
22 de diciembre: Lotería
24 de diciembre: Nochebuena
25 de diciembre: La Navidad
------
28 de diciembre: Los inocentes
31 de diciembre: Nochevieja
1 de enero: Año Nuevo
5 -6 de enero:Los Reyes magos
Data
24 december: Kerstavond
25 december: Kerst
26 december: 2e Kerstdag
----------
31 december: Oudjaarsavond
1 januari: Nieuwjaar
-------

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

El Belén
 o Nacimiento

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

22 diciembre: El gordo de navidad
El Gordo is de naam van een speciale, jaarlijkse kersttrekking op 22 december van de Nationale Loterij van Spanje. Deze Spaanse kerstloterij wordt El Gordo genoemd vanwege de uitzonderlijk grote jackpot. El Gordo betekent zoiets als De Dikke of De Vette.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 22 - Video

Betrouwbaar: Twee kinderen halen twee ballen uit twee buizen, die uit twee aparte tombola's komen, waarbij één kind uiteindelijk al zingend het nummer bekendmaakt en de ander het bedrag.
24 Diciembre: Noche buena
In Spanje viert men niet zoals in Nederland de eerste en tweede kerstdagen maar heeft men slechts één kerstdag op 25 december. Een van de belangrijkste kerstmomenten is de nochebuena op 24 december waarbij het diner de belangrijkste familie activiteit is tijdens de kerstavond.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

El turrón (nougat)
El pavo (kalkoen) de Navidad
Polvorones 
           y 
Mantecados

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

28 de diciembre:
Día de los Santos inocentes
El monigote o "ilufa": Se cree que durante el final del año, las llufes rondan por todo por todas partes, silenciosas y traviesas, riéndose de la gente demasiado inocente. Por esto al muñeco de papel que se cuelga el día de los inocentes se le denomina llufa».

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Twaalf druiven
Bij elke klokslag om middernacht, op 31 december, wordt een druif gegeten. Volgens de traditie zou dit de Spanjaarden het volgende jaar geluk brengen. Een bekende plaats waar dit ritueel wordt uitgevoerd, is het Puerta del Sol, het centrale plein van de Spaanse hoofdstad Madrid.
*Ik bij de elfde druif
30 de diciembre: Nochevieja

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

5 de enero: Roscón 
de 
Reyes y Cabalgata

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Villancicos
Typische kerstliedjes
gezonden door kinderen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Videoele: La Navidad en España

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

DEBERES
  • Slide 14: ¿Cuál es la relación entre....? Maak oefening
  • TB. p.33
  1. oef. 10 a/ b ( slide 15 )
  2. oef. 11 a ¿Cómo son? ( slide 16)/ oef. 11 b : Describe a un miembro de tu familia ( volgens voorbeeld : "Mi padre es moreno...")
  • WB. p.30, 31, 34, 35
  1. oef. 6 (getallen)
  2. oef. 8 a/b:  Pilar Barden, oef.9
  3. oef.10 Persona (persoon), objeto (voorwerp), lugares (plaatsen).
  4. oef. 16.Serie de números
  5. oef. 20 ¿ Cuántos o Cuántas?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Feliz Navidad y Próspero Año Nuevo

Slide 37 - Slide

This item has no instructions