peuter/kleuter deel 2

• Toegepaste gedragswetenschappen
• Secundair onderwijs

peuter/kleuter deel 2

play.kahoot.it

Maak de oefeningen op p 45-46

Hoe werkt de spiegeltest eigenlijk?

Op welke manier maakt het kind het onderscheid tussen goed en kwaad

Klaas (2,5 jaar) heeft thuis geleerd dat hij niet op de tafel mag staan, dat een stoel dient om op
te zitten en dat er niet in de zetel of op bed gesprongen wordt. Bij Klaas thuis is er een familiefeestje. Zijn neefjes en nichtjes zijn ook van de partij. Ze gaan met z’n allen boven spelen in de speelkamer van Klaas. Wanneer een van de ouders van Klaas naar boven gaat, schrikt die zich te pletter. Klaas is op het bed aan het springen. Onvoorstelbaar! Hij weet nochtans heel goed dat hij dat niet mag.

Nick (2 jaar) neemt een snoepje uit de snoeppot bij de kapper. Zijn vader wordt boos. Hij vertelt
Nick dat hij het eerst moet vragen, zowel aan papa als aan de kapper. Hij vindt het belangrijk dat Nick beleefd is. Nick schrikt van de reactie van zijn vader en begint te huilen. Bij een volgend bezoek aan de kapper vraagt hij aan zijn vader en de kapper of hij een snoepje mag kiezen uit de snoeppot. Hij is namelijk heel flink geweest.

Jacqueline (2 jaar) is op bezoek bij haar grootouders. Jacqueline wil graag een yoghurt.
Opa haalt een yoghurt uit de koelkast en haalt het dekseltje van het potje. Jacqueline is furieus. Ze begint te roepen en slaat met haar vuisten op tafel. Opa begrijpt niet wat het probleem is. Na enkele minuten heeft opa het door. Hij zet het dekseltje terug op het potje. Jacqueline is blij, want nu kan ze het er zelf afhalen.

Rebecca (4 jaar) weet dat ze een ander kind geen pijn mag doen, geen speelgoed mag kapotmaken en geen lelijke woorden mag zeggen ... Maar ze weet niet waarom ze die dingen niet mag doen. Als je naar de reden vraagt waarom iets niet mag, zegt Rebecca: ‘Dat mag niet van mijn mama.’

In de kleuterklas zitten 20 kleuters samen te wachten in de grote speelzaal op hun juf die
eventjes iets naar het secretariaat is gaan brengen. Plots komt er een jongen van de lagere school binnen met 21 cupcakes. Die cupcakes zijn traktaties voor zijn klasgenoten. Hij is namelijk 8 jaar geworden. Hij moest die van zijn juf naar de grote speelzaal brengen. Hij benadrukt dat de kleuters niet aan de cupcakes mogen komen. Wanneer de juf van de kleuters binnenkomt, reageert ze enthousiast en begint ze de cupcakes aan haar kleuters uit te delen. De kleuters protesteren! De jongen gaat het niet leuk vinden als zij de cupcakes van zijn klasgenoten opeten. Wanneer de juf aandringt om de cupcakes op te eten, smullen ze er toch gretig van.

Peuterpuberteit

De peuterpuberteit is een belangrijke fase in de persoonlijkheidsontwikkeling van een peuter. 

• Een peuter leert dat hij een eigen persoon is, los van zijn opvoeders. 
• In het begin heeft een peuter het idee alles aan te kunnen. Hierdoor gaat het kindzichzelf overschatten.
• Peuters vergelijken zich nog niet met anderen waardoor ze optimistisch zijn.

Persoonlijkheidsontwikkeling van de peuter 

Kenmerkend voor de persoonlijkheidsontwikkeling van een peuter:

• Een peuter is vooral bezig met zichzelf. Het kind is egocentrisch. Het bekijkt in deze levensfase alles vanuit het eigen standpunt.
• Een peuter beseft dat hij een zelfstandig persoon is die losstaat van zijn opvoeders en zijn omgeving.
• Een kind van twee jaar wordt zich bewust van zijn eigen wil.
• Een peuter lijkt plezier te beleven door het tegenovergestelde te doen van wat de opvoeders van hem verlangen.

Persoonlijkheidsontwikkeling van de kleuter 

Kenmerkend voor de persoonlijkheidsontwikkeling van een kleuter:

•  Een kleuter heeft het vermogen om de emoties van de ander te begrijpen.
• Een kleuter wordt zich nog meer bewust van zichzelf.
• Een kleuter ziet meer verschillen tussen zichzelf en de ander..
• Een kleuter stelt doelen voorop en streeft ernaar om die doelen te bereiken. We
  
• spreken van ‘positief taakbewustzijn’.

Wat is de peuterpuberteit of koppigheidsfase?

Geef 2 typische kenmerken van de peuterpuberteit

Wat is het nut van die peuterpuberteit?

Welke kenmerken van de peuterpuberteit heb je herkent?

Maak oefening C op p 52

play.kahoot.it