Depressie bij ouderen

Depressie bij ouderen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Depressie bij ouderen

Slide 1 - Slide

Afspraken
Het kan zijn dat je kenmerken herkent bij jezelf of bij je naasten. Hou dit in de gaten. Let daarbij op je grenzen
Je kunt altijd na de les contact met ons opnemen.
Indien je niet op vragen wil antwoorden, geef dit aan.
Respecteer elkaar
Luister naar elkaar

Slide 2 - Slide

Lesopzet
Wat is een depressie?
Wat zijn de klachten bij ouderen?
Kort filmpje
Oorzaken en risicofactoren
Meetinstrumenten
Behandeling en begeleiding
Preventie met kort filmpje

Slide 3 - Slide

Wat weet je al over depressie?

Slide 4 - Mind map

Wat is een depressie volgens de DSM-criteria?
Iemand heeft een depressie wanneer hij gedurende ten minste twee weken een van de volgende kernsymptomen heeft:
- Een zeer neerslachtige stemming gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag.
- Een ernstig verlies van interesse in alle of bijna alle activiteiten gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Welke depressieve kenmerken zie je in het filmpje?

Slide 7 - Open question

Ken je iemand met depressieve klachten?

Slide 8 - Slide

Veel voorkomende gezondheidsproblemen bij ouderen
Wordt vaak niet herkend
Minder last van extreme somberheid
Stemming is mat en gelaten
Verbergen van gevoelens
Problemen vertalen in lichamelijke klachten
Klachten worden aan ouderdom toegeschreven
Krijgen vaak niet de juiste hulp

Slide 9 - Slide

Klachten bij ouderen
  • Concentratieproblemen, vergeetachtigheid en besluiteloosheid
  • Slaapproblemen
  • Lichamelijke klachten zoals verstopping, een droge mond, onverklaarbare pijn, duizeligheid, hartkloppingen, trillende handen, druk op de borst, en hoofd- en rugpijn
  • Somberheid, lusteloosheid en prikkelbaarheid
  • Denken aan zelfdoding
  • Gebrek aan interesse en plezier
  • Nergens van genieten

Slide 10 - Slide

Klachten bij ouderen
  • sterke neiging tot piekeren
  • grote vermoeidheid
  • gebrek aan eetlust en gewichtsverlies, of juist overdreven eetlust en gewichtstoename
  • traagheid in praten, denken en bewegen, of juist lichamelijk onrust
  • het gevoel van binnen dood of leeg te zijn
  • gevoelens van machteloosheid, wanhoop en angst
  • huilen zonder dat dit oplucht of graag willen huilen maar dit niet kunnen
  • schuldgevoelens en het gevoel niets waard te zijn

Slide 11 - Slide

Een depressie heeft niet één duidelijke oorzaak, maar ontstaat door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren.
  • Biologische factoren (erfelijke factoren, ziekte of invaliditeit, gebruik van bepaalde stoffen, zoals alcohol)
  • Sociale factoren (levensgebeurtenissen zoals overlijden partner, pensionering, verhuizing, verliezen sociale contacten)
  • Psychisch factoren (moeilijk vinden om problemen op te lossen, om met verdriet om te gaan, verlies van mogelijkheden, verandering van levensperspectief)

Slide 12 - Slide

Wat zijn risicofactoren voor depressie bij ouderen?
Cognitieve stoornissen
Gebrek aan of verlies van sociale contacten
Lichamelijke ziekten
Functionele beperkingen
Een eerdere depressie
Het vrouwelijke geslacht

Slide 13 - Slide

Meetinstrumenten bij depressie
  • Geriatrische depressie schaal
  • MADRS (Montgomery Åsberg Depression Rating Scale)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Herstellen van een depressie?
  • De helft van alle mensen herstellen binnen drie maanden. Bij mensen bij wie een depressie langer duurt, herstelt het na gemiddeld 6 maanden. (door spontaan herstel of door behandeling).
  • Bij ongeveer de helft komt de aandoening na verloop van tijd terug.
  • Er zijn ook mensen die voortdurend depressief zijn. Dit gebeurt bij ongeveer 15 - 20% van de mensen en wordt 'chronische depressie' genoemd, wat wil zeggen dat de klachten langer dan twee jaar aanwezig zijn.

Slide 16 - Slide

Behandeling
  • Cursus, bijvoorbeeld ‘omgaan met depressie bij ouderen’.
  • Gespreksgroepen (lotgenotencontact)
  • Cognitieve gedragstherapie
  • Mindfulness_ daarin leert de oudere met aandacht in het hier en nu te leven
  • Lichttherapie (bij seizoensgebonden depressies)
  • Electro Convulsie Therapie (ECT)
  • Antidepressiva

Slide 17 - Slide

Wat kan jij doen?
  • Dagstructuur aanbieden
  • Ondersteunen gezonde leefstijl (eten en bewegen)
  • Sociale contacten activeren
  • Ondersteun zelfzorg
  • Luister naar de cliënt
  • Neem de klachten serieus

Slide 18 - Slide

Wat kun je beter niet doen?
  • De depressieve cliënt continu aanmoedigen om flink te zijn.
  • Proberen een depressieve cliënt op een verkeerd moment op te vrolijken.
  • Gevoelens van verdriet negeren.
  • De depressieve cliënt het gevoel geven dat hij zeurt.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video