H.5 Formuleren: Trappen van vergelijking

H.5 Formuleren
Trappen van vergelijking
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H.5 Formuleren
Trappen van vergelijking

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Je kent de trappen van vergelijking.
Je kent het verschil in gebruik tussen als en dan.

Lesinhoud

Theorie 15 minuten
Aan de slag 20 minuten

Slide 2 - Slide

Startopdracht
Wat is het betekenisverschil tussen zin a en zin b?
1. Wiskunde is makkelijker dan je denkt.
2. Wiskunde is makkelijker als je denkt.

3. Danny vindt jou leuker dan ik.
4. Danny vindt jou leuker dan mij.


Slide 3 - Slide

Trappen van vergelijking
Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap
Hoog
Hoger
Hoogst
Zwaar
Zwaarder
Zwaarst
Mooi
Mooier
Mooist
Ook sommige telwoorden hebben een vergrotende en overtreffende trap:
veel - meer - meest / weinig - minder - minst

Slide 4 - Slide

Hoe?

Een woord dat op -r eindigt, krijgt -der in de vergrotende trap: zwaar - zwaarder

Een woord dat op -s eindigt, krijgt in de overtreffende trap alleen een -t: boos - boost

Een woord dat op -st of -sch eindigt, krijgt in de overtreffende trap 'meest' ervoor: woest - meest woest / logisch - meest logisch

Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld 
goed - beter - best / graag - liever - liefst

Slide 5 - Slide

Als of dan?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Als of dan?
Als
Dan
Na de stellende trap

Na de vergrotende trap

Net zo lief als zij.
Hij is groter dan ik.
Twee keer zo groot als hij.
Zij is liever dan hij.

Slide 8 - Slide

Eerlijk gezegd vind ik zoete drop lekkerder ..... zoute.
A
als
B
dan

Slide 9 - Quiz

Shirley beweert dat Apeldoorn niet half zo groot is ..... Amsterdam.
A
als
B
dan

Slide 10 - Quiz

Veel leerlingen werken liever alleen ...... in een groepje.
A
als
B
dan

Slide 11 - Quiz

Robbert kan veel harder lopen ...... ik.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quiz

Ik ken de trappen van vergelijking
en het verschil tussen 'als' en 'dan'.

😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Aan de slag!
Maak online:

H.5  Formuleren
Opdracht 1, 2, 3




timer
20:00

Slide 14 - Slide

Volgende les:

H.6 Spelling
Komma, dubbele punt, aanhalingsteken

Slide 15 - Slide