dag 2

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Ruzie

direct

• meteen, snel
• zin: Ik heb vanmiddag een afspraak met de dokter, dus ik moet na de les direct weg. 

7

door

• 1) van de ene kant naar de andere kant
• zin: Ze fietst door het park naar school.
• 2) waarom, hoe het komt
• zin: Door het ongeluk kan hij niet meer lopen. 

8

doorgaan

• verdergaan, niet stoppen
• werkwoord
• ik ga door - wij gaan door
• zin: De pauze is afgelopen, we gaan door met de les. 

9

eerder

• eerder <---> later
• zin: De les begint om half 9 maar de docent is al eerder op school; om 8 uur.
• zin: Mijn man is eerder thuis dan ik. Hij gaat dan vast koken. 

10

erger

• vreselijk, naar
• zin: Het is erg dat er ruzie is geweest. Het is nog erger dat ik mijn vriendin kwijt ben, ze is echt heel boos op mij. 

11

gebeuren

• plaatsvinden
• wat is er aan de hand ?
• wat gebeurt daar?
• werkwoord
• het gebeurt - er gebeuren
• zin: Er gebeuren veel ongelukken op straat. 

12

Wat betekent hetzelfde als:
direct?

7

1. vroeger
2. straks
3. later
4. meteen

Wij lopen ........... het bos naar huis.

8

1. naar
2. door
3. op
4. achter

Wat betekent het woord:
doorgaan?

9

1. verder gaan, niet stoppen
2. stoppen
3. terug gaan
4. werken

Wat is de tegenstelling van:
later

10

1. nu
2. straks
3. eerder
4. meteen

Een zere vinger is erg, maar je been breken is nog veel ..................

11

1. leuker
2. liever
3. groter
4. erger

De docent vraagt: "Wat ............. daar?
De docent bedoelt: Wat is daar aan de hand?

12

1. slaapt
2. gebeurt
3. kijkt
4. eet