Begroten: stof tot nadenken PW3

Begroten 
en
 bouwfasen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Bouwen, Wonen en InterieurMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Begroten 
en
 bouwfasen

Slide 1 - Slide

Wat hebben we allemaal behandeld?


  • Ben in staat om bouwfases te koppelen aan een begroting
  • Ken het verschil tussen de verschillende begrotingen
  • Ken de kostensoorten

Slide 2 - Slide

Bouwfasen
Schetsontwerpfase (SO)
Voorlopig ontwerpfase (VO)
Definitief ontwerpfase (DO)
Bouwaanvraagfase (BA)
Bestekfase (B)
Uitvoeringsfase (U)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bouwfasen: inleiding
verloop van kosten 
en/ of inspanning


Slide 5 - Slide

Kostprijs
  • Vooraf bepaalde opsomming van kosten die noodzakelijk zijn om een  bouwwerk/product of dienst te kunnen verkopen. (Dit kan per bouwbedrijf verschillen.)
  • Onder kosten verstaan we  noodzakelijke offers zonder verspilling.

Slide 6 - Slide

de aanbiedingsprijs

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Staart van de begroting

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Staart van de begroting
Het laatste deel van de begroting wordt de staart van de begroting genoemd. Het is het moeilijkste deel van de begroting; het vergt veel ervaring om een goede staartbegroting te maken.




Slide 14 - Slide

Kostprijs?

Slide 15 - Mind map

Verspilling?

Slide 16 - Mind map

Winst en risico?

Slide 17 - Mind map

Waar bestaat een aanbiedingsprijs uit?
A
Kostprijs + winst + verspilling
B
Kostprijs + risico + verspilling
C
Kostprijs + winst + risico
D
Kostprijs + risico + loonkosten

Slide 18 - Quiz

weersomstandigheden
bouwplaatsomstandigheden
Risico op levering
stormschade
Diefstal bouwmateriaal
beton fabriek afgebrand
productie beton niet klaar
Vorstverlet
kraan valt om

Slide 19 - Drag question

Waar bestaat een aanbiedingsprijs uit?
A
Kostprijs + winst + productiekosten
B
Materiaal + arbeid + materieel + bijkomende kosten + risico + verspilling
C
Kostprijs + winst + risico
D
Kostprijs + risico + verzekering

Slide 20 - Quiz

Benoemen welke 3 onderdelen in een begroting horen

Slide 21 - Open question

Welke soorten begrotingen ken je in de bouw?

Slide 22 - Mind map

Kies de juiste volgorde
1
2
3
voorlopigontwerp
haalbaarheidsstudie
projectdefinitie
definitief ontwerp
projectdefinitie
structuurontwerp
Omgevingsvergunning
structuurontwerp
haalbaarheidsstudie
projectdefenitie
definitiefontwerp
definitiefontwerp
Haalbaarheidsstudie
omgevingsvergunning
aanbesteding
Uitvoering
aanbesteding
omgevingsvergunning
Aanbesteding
uitvoering
uitvoering
Oplevering
oplevering
oplevering

Slide 23 - Slide

Bouwprocesfase
Wat is de juiste volgorde
A
Kolom 1
B
Kolom 3
C
Kolom 2
D
Geen van de kolommen

Slide 24 - Quiz

Welke soort begroting maakt de opdrachtgever ter controle van de aannemer?
A
aanbestedingsbegroting
B
directiebegroting
C
elementenbegroting
D
Exploitatiebegroting

Slide 25 - Quiz

Onder welke kostensoort valt een uitzendkracht voor de administratie
A
directe variabele kosten
B
Indirect variabele kosten
C
directe vaste kosten
D
algemene kosten

Slide 26 - Quiz

Wat zijn de kosten van een metselaar die ZZPér is?
A
directe variabele kosten
B
directe vaste kosten
C
indirecte variabele kosten
D
indirecte vaste koste

Slide 27 - Quiz

Wat zijn de stichtingskosten?
A
Alle uitvoeringskosten om een gebouw te maken
B
Alleen de grondkosten en de ontwerpkosten
C
Is een ander woord voor staartkosten
D
Alle kosten die nodig zijn om een gebouw te maken

Slide 28 - Quiz

Wat zijn de staartkosten?
A
Dat zijn de algemene kosten
B
Dat zijn de indirecte kosten.
C
Zijn de kosten onderaan de begroting
D
Dat is winst en risicokosten

Slide 29 - Quiz

Met welke begroting kun je een goede nacalculatie maken?
A
werkbegroting
B
aanbestedingsbegroting
C
elementenbegroting
D
exploitatiegroting

Slide 30 - Quiz

Wat zijn oorzaken voor
deze verschillen in
aanbiedingsprijs?

Slide 31 - Mind map