2.8 Spelling les 2

Nederlands
Spelling 2.8

Week 6, les 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Spelling 2.8

Week 6, les 2

Slide 1 - Slide

Programma
  • Lezen (10 min)
  • Woorden
  • 2.8 Spelling
  • Evaluatie/vragen

Slide 2 - Slide

timer
10:00

Slide 3 - Slide

1. 

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.


2.


Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

27) de instructie
28) het postuur
De Ikeakast had een duidelijke instructie om hem in elkaar te zetten.
Iemand met zijn postuur kan goed als uitsmijter bij een club werken.
Woorden voor vandaag

Slide 4 - Slide

1. 

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.


2.


Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

27) de instructie
28) het postuur
Aanwijzing hoe je iets moet doen
De lichaamsbouw
De Ikeakast had een duidelijke instructie om hem in elkaar te zetten.
Iemand met zijn postuur kan goed als uitsmijter bij een club werken.
Woorden voor vandaag

Slide 5 - Slide

Doelstelling
Na deze les:
  • weet je hoe je de verleden tijd van sterke werkwoorden schrijft
  • weet je hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijft

Slide 6 - Slide

Vraag
Enkelvoud
Meervoud
café
daad
muis

Slide 7 - Slide

Vraag
Enkelvoud
Meervoud
café
café's
daad
daden
bureau
bureaus

Slide 8 - Slide

Vraag
Op welke drie manieren kun je een zelfstandig naamwoord in het meervoud zetten?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

DOEL: Verleden tijd van sterke werkwoorden en meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijven.

HOE: In Talent Online op je Ipad

HULP: Lesstof
WAT:
Maak opdracht  2, 11 en Test Jezelf van paragraaf 2.8

timer
30:00

Slide 11 - Slide

Huiswerkcheck vrijdag
In Talent Online op je Ipad:
  • 2.8 Opdracht 3 t/m 5 en 7 t/m 9
  • 2.8 Opdracht 2, 11 en Test Jezelf
  • 3.1 Opdracht 6 t/m 10 (van vorige week!)

Slide 12 - Slide

Vraag
  • Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden als je ze in de verleden tijd zet?
  • Kun je een voorbeeld geven?

Slide 13 - Slide

Vraag
  • Welke drie mogelijkheden heb je om een zelfstandig naamwoord in het meervoud te zetten?
  • Elise verzorgt paarden, ezels en pony's.
  • Elise verzorgt paarden, ezels en pony's.

Slide 14 - Slide

Huiswerk volgende les
Op je Ipad in Talent online:
  • 2.8 Spelling Opdracht 2, 11 en Test Jezelf

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide