What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Rekenen NU PW/OA 11.4
Hoofdstuk 11 - Verhoudingen
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
11 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 11 - Verhoudingen
Slide 1 - Slide
Mededelingen
Planning Rekenen - zie TEAMS - bestanden!
Gebruik REKENMACHINE toegestaan!
Hoe ontstaat je cijfer voor dit hoofdstuk?
Cijfer toets H11 + opdrachten H11 hebben gemaakt.
Minimaal 55% behaald voor paragraaf 11.1 t/m 11.6 =
1 punt extra
Centraal rekenexamen
Data: Maandag 20 februari
Tijd: 9.00 - 11.00
Locatie: Gebouw D. Lokaal volgt nog.
Mvg. Hilda
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 11.4
Je leert procenten schrijven als een decimaal getal.
Je leert rekenen met een percentage als decimaal getal.
Slide 3 - Slide
11.1 Rekenen met procenten
Het woord procent betekent letterlijk: per honderd.
1% is 1 van de honderd.
30% is 30 van de honderd.
100% is alles!
Vaak is het handig eerst 1% uit te rekenen en daarna het aantal dat je nodig hebt. Een handig rijtje waarmee je meeste percentages uit kunt rekenen:
100% =
10% =
1% =
Rekenen met procenten
Procenten kun je schrijven als een decimaal getal.
1% = 0,01 en 15% = 0,15
Percentages kun je ook berekenen door te vermenigvuldigen met het decimale getal.
12% van 250 = 0,12 x 250 = 30.
Slide 4 - Slide
11.1 Rekenen met procenten
Het woord procent betekent letterlijk: per honderd.
1% is 1 van de honderd.
30% is 30 van de honderd.
100% is alles!
Vaak is het handig eerst 1% uit te rekenen en daarna het aantal dat je nodig hebt. Een handig rijtje waarmee je meeste percentages uit kunt rekenen:
100% =
10% =
1% =
Voorbeeld
Van een partij ledlampen van 5000 stuks wordt 5% afgekeurd.
5% = 0,05
Er worden 0,05 x 5000 = 250 ledlampen afgekeurd.
OF: 1% van 5000 = 50. 50x5%= 250
Slide 5 - Slide
Voorbeeld
Bij de fietsshop kost een fiets met 20% korting € 476,-
Hoeveel kostte de fiets zonder korting?
In de aanbieding betaal je voor de fiets 100% - 20% = 80% van de prijs.
80% = € 476,- . We rekenen van 80% eerst terug naar 1% en dan naar 100%
Voorbeeld
De huur van een woning is € 450,-
De huur wordt met 3% verhoogd.
Hoe hoog wordt de nieuwe huurprijs?
100% + 3% = 103% = 1,03
De nieuwe huurprijs wordt:
1,03 x € 450,- = € 463,50
Slide 6 - Slide
Verhaalsom 1
Je krijgt 15% korting op een fiets van € 250,-.
Hoeveel kost de fiets nu?
Slide 7 - Slide
Antwoord verhaalsom 1
Je betaal 100% - 15% = 85% = 0,85
De prijs van de fiets wordt:
0,85 x € 250,- = € 212,50
Slide 8 - Slide
Verhaalsom 2
Een boek kost € 21,20 incl. 6% btw.
Hoe duur is het boek excl. btw?
Slide 9 - Slide
Antwoord verhaalsom 2
Inclusief 6% btw is in totaal 106% = 1,06
De prijs van het boek exclusief btw is
€ 21,20 : 1,06 = € 20,-
Slide 10 - Slide
Zelfstandig werken
Wat
Paragraaf 11.4
Hoe
Zelfstandig met rekenmachine
Hulp
Uitleg in NU, vragen aan docent
Tijd
Overige lestijd + evt. thuis afmaken
Klaar?
11.5/11.6 + Oefentoets
Slide 11 - Slide
More lessons like this
Rekenen NU PW/OA 11.4
January 2022
- Lesson with
13 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Rekenen NU PW/OA 11.4
March 2023
- Lesson with
14 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Rekenen NU PW/OA 11.3
June 2022
- Lesson with
10 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Rekenen NU PW/OA 11.1 en 11.2 procenten
January 2022
- Lesson with
15 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Procenten
March 2024
- Lesson with
24 slides
Wiskunde
MBO
Studiejaar 1
Procenten
January 2022
- Lesson with
24 slides
MBO
H9.3 en 9.4 2h2
January 2022
- Lesson with
21 slides
Rekenen
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Rekenen NU PW/OA 11.3
January 2022
- Lesson with
13 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1