H2 Herhaling

Wat is de straal van deze cirkel?
A
De straal is 4 cm
B
De straal is 2 cm
C
De straal is 1 cm
1 / 37
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat is de straal van deze cirkel?
A
De straal is 4 cm
B
De straal is 2 cm
C
De straal is 1 cm

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Is de afstand AM groter of kleiner dan de afstand BM?
A
AM is groter dan BM
B
AM is kleiner dan BM
C
AM=BM

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welke lijnen gebruik je om het middelpunt van een ingeschreven cirkel te vinden?

Slide 3 - Open question

Bissectrices
Welke lijnen gebruik je om het middelpunt van een omschreven cirkel te vinden?

Slide 4 - Open question

Middelloodlijnen
Welke vraag hoort bij
de afbeelding hiernaast voor het blauwe gebied
A
Kleur alle punten blauw waarvoor geldt PA < 4 en PB > 3
B
Kleur alle punten blauw waarvoor geldt PA > 4 en PB = 3
C
Kleur alle punten blauw waarvoor geldt PA = 4 en PB >3
D
Kleur alle punten blauw waarvoor geldt PA < 4 en PB < 3

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke vraag hoort bij
de afbeelding hiernaast voor het punt Q
A
Teken punt Q dat even ver van punt A als van C lig en even ver van de benen van hoek A ligt
B
Teken punt Q dat 2,5 cm van punt A ligt en even ver van de benen van hoek A ligt
C
Teken punt Q dat even ver van punt A als van B ligt en even ver van de benen van hoek A ligt
D
Teken punt Q dat het middelpunt van de omgeschreven cirkel driehoek ABC is.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je tekenen om het middelpunt van de ingeschreven cirkel van een driehoek te vinden?
A
de bissectrices van de drie hoeken .
B
de middelloodlijnen van de zijden van de driehoek.
C
een bissectrice van de driehoek

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke stelling is juist
A
de afstand van een punt tot een lijn is de lengte van het kortste lijnstuk van het punt tot de lijn
B
Het middelpunt van de omgeschreven cirkel van een driehoek is het snijpunt van de middelloodlijnen van de driehoek.
C
de punten die even ver van de punten A en B liggen, liggen op de middelloodlijn van lijnstuk AB
D
alle punten binnen een hoek die gelijke afstand hebben tot de benen van de hoek vormen de bissectrice van de hoek.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je tekenen om het middelpunt van de omgeschreven cirkel van een driehoek te vinden?
A
de bissectrices van de drie hoeken .
B
de middelloodlijnen van de zijden van de driehoek.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Als je de punten moet kleuren die precies een afstand van 5 tot A hebben, wat moet je dan doen?
A
Cirkel met straal 5 en punten binnen de cirkel
B
Cirkel met straal 5 en punten op de cirkel
C
Cirkel met straal 2,5 en punten buiten de cirkel
D
Cirkel met straal 2,5 en punten op de cirkel

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je doen bij:
kleur de punten die verder dan 2 cm van lijn l liggen?
A
2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren.
B
de middelloodlijn van lijn l kleuren
C
Het buitengebied van de 2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren
D
Het binnengebied van de 2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Als je de punten moet kleuren die even ver van de punten A en B liggen, wat moet je dan doen?
A
De bissectrice van hoek A en hoek B kleuren
B
De evenwijdige lijnen van lijnstuk AB kleuren
C
De middelloodlijn van lijnstuk AB kleuren
D
De snijpunten van de cirkel van A met de cirkel van B kleuren

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke vraag hoort bij
de afbeelding hiernaast voor het rode gebied
A
Kleur alle punten rood waarvoor geldt PA < 4 en PB > 3
B
Kleur alle punten rood waarvoor geldt PA > 4 en PB = 3
C
Kleur alle punten rood waarvoor geldt PA = 4 en PB >3
D
Kleur alle punten rood waarvoor geldt PA < 4 en PB < 3

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de definitie van de middelloodlijn
A
de lijn die door het midden van een lijnstuk gaat
B
De loodrechte lijn die door het midden van een lijnstuk gaat.
C
alle punten die even ver van het lijnstuk afliggen.
D
alle lijnen die door het middelpunt van een driehoek gaan

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je minimaal tekenen om het middelpunt van de ingeschreven cirkel van een driehoek te vinden?
A
de bissectrices van de drie hoeken .
B
de middelloodlijnen van de zijden van de driehoek.
C
de zwaartelijnen van de driehoek.
D
de bisectrices van twee hoeken van de driehoek.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel van die lijnen teken je om het middelpunt van de in- of omschreven cirkel te vinden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Dit is een...
A
Middelloodlijn
B
Hoogtelijn
C
Bissectrice

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor lijn is dit?

Slide 18 - Open question

bissectrice/deellijn
Kleur alle punten paars waarvan de afstand tot B kleiner is dan 2
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Kleur alle punten paars waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B kleiner is dan 2
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Welke tekst hoort bij de afbeelding hiernaast
A
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A groter is dan 3 en de afstand tot B gelijk is aan 2
B
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A groter is dan 3 en de afstand tot B groter is dan 2
C
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B groter is dan 2
D
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B gelijk is aan 2

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


Welke tekst hoort bij de afbeelding hiernaast
A
Kleur alle punten blauw waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B kleiner is dan 2
B
Kleur alle punten blauw waarvan de afstand tot A groter is dan 3 en de afstand tot B groter is dan 2
C
Kleur alle punten blauw waarvan de afstand tot A groter is dan 3 en de afstand tot B kleiner is dan 2
D
Kleur alle punten blauw waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B groter is dan 2

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


Als de  punten even ver van de benen van hoek Q liggen dan teken je de ..... 
A
middelloodlijn van QR
B
middelloodlijn van PQ
C
bissectrice van hoek Q
D
cirkel om punt Q

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


Bereken de oppervlakte van ABCD? 

Slide 24 - Open question

This item has no instructions


Wat is de oppervlakte van  DEFG?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions


Wat is de oppervlakte van dit parallellogram?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions


Wat is de oppervlakte van  KLMN?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions


A
de rode lijnen zijn evenwijdig aan de zwarte lijn
B
de rode lijnen zijn alle punten op afstand 2 van de zwarte lijn
C
de rode lijnen liggen op afstand 2 van elkaar
D
de groene punten liggen op afstand 2 van de zwarte lijn

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je doen bij:
kleur de punten die 2 cm van lijn l liggen?
A
2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren.
B
de middelloodlijn van lijn l kleuren
C
Het buitengebied van de 2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren
D
Het binnengebied van de 2 evenwijdige lijnen met afstand 2 van lijn l kleuren

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Het zwarte deel op de zijkant van de laadbak bestaat uit twee parallellogrammen.

De lengte van de zijde van één parallellogram is:
A
4 m
B
6 m
C
2 m
D
3 m

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Oppervlakte driehoek GHI is?
A
520
B
546
C
504
D
480

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de oppervlakte van deze driehoek?
A
0,5 x 21 x 29 = 304,5 mm^2
B
0,5 x 47 x 21 = 493,5 mm^2
C
21 x 29 = 609 mm^2
D
29 x 47 = 1363 mm^2

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de
oppervlakte van
deze driehoek?
A
126 cm2
B
96 cm2
C
252 cm2
D
30 cm2

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

We gaan stap voor stap de oppervlakte van de vierhoek berekenen.
stap 1: Bereken de oppervlakte van het rode rechthoek.
A
5 x 2 = 10 cm2
B
5 x 3 = 15 cm2
C
2 x 3 = 6 cm2
D
3 x 3 = 9 cm2

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

We gaan stap voor stap de oppervlakte van de vierhoek berekenen.
stap 2: Bereken de oppervlakte van driehoek 1.
A
3 x 2 = 6 cm2
B
5 x 3 : 2 = 7,5 cm2
C
3 x 2 : 2= 3 cm2
D
0,5 x 3 x 2 = 3 cm2

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

We gaan stap voor stap de oppervlakte van de vierhoek berekenen.
stap 3: Bereken de oppervlakte van driehoek 3.
A
2 x 3 = 6 cm2
B
3 x 3 : 2 = 4,5 cm2
C
0,5 x 3 x 3 = 4,5 cm2
D
2 x 3 : 2 = 3 cm2

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

We gaan stap voor stap de oppervlakte van de vierhoek berekenen.
stap 4: Bereken de oppervlakte van het blauwe figuur.
A
15 - 3 - 1,5 - 3 = 7,5 cm2
B
15 - 3 x 3 = 6 cm2
C
10 - 3 - 1,5 - 3 = 2,5 cm2
D
2 x 3 x 3 x 3 = 18 cm2

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions