medicatieles 8

medicatie les 8
1 / 24
next
Slide 1: Slide
verpleegkundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

medicatie les 8

Slide 1 - Slide

Verpleegkundige GGZ
'Ik las de medicatielijst voor aan de arts:
Lorazepam 20 mg.
De arts vroeg voorzichtig: "Hoe groot is deze meneer?"
"Normaal postuur", antwoordde ik.
Bleek dat die dosis sterk genoeg was om een paard te drogeren.
In de medicatielijst had moeten staan: Temazepam 20 mg of Lorazepam 2,5 mg.'
Bij wie ligt de fout?

A
Apotheker
B
Arts
C
Verpleekundige

Slide 2 - Quiz

Wat is het doel van een MIC/MIP procedure?
A
de kwaliteit verbeteren, door degene die de fout maakt scholing te laten volgen.
B
de kwaliteit verbeteren, door zicht te krijgen op de kwaliteit van het personeel.
C
de kwaliteit verbeteren, door de oorzaak te achterhalen en maatregelen te nemen Kwaliteit verbeteren en zicht te krijgen op welke fouten worden gemaakt zodat die fout niet meer wordt gemaakt.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Op welke manier verlaat het geneesmiddel het lichaam?
A
de lever en de nieren
B
geneesmiddelen worden via de darm uitgescheiden

Slide 11 - Quiz

een geneesmiddel heeft een grote therapeutische breedte
A
Bij een hogere dosis ontstaat niet gauw een toxische spiegel
B
Bij een hogere dosis ontstaat een toxische spiegel

Slide 12 - Quiz

Eeen geneesmiddel heeft een kleine therapeutische breedte. Dit betekent?
A
Bij een iets hogere dosering een toxische spiegel
B
Bij een hoge dosering ontstaat niet gauw een toxische spiegel

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Welke toedieningswijze van medicatie is enteraal?
A
medicatie per infuus
B
medicatie via het maag/darm kanaal
C
medicatie via een subcutane injectie

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Paracetamol is een voorbeeld van .........?
A
Systemische werking
B
Lokale werking

Slide 17 - Quiz

Daktarin creme is een voorbeeld van.......?
A
systemische werking
B
lokale werking

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

welke stof bevat een echte Aspirine
A
paracetamol
B
acetylsalicylzuur
C
ibuprofen

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

welke stof bevat valium?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 24 - Mind map