GV3 NK Kapitel 1 F/G

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Willkommen VWO 3

Woche 6 - Stunde 1

Das Wetter und die Umgebung

Check-in

1. Ga op je plaats zitten.
2. Leg je spullen op tafel.
3. Pak je mobiel in het zakkie en doe het in je rugzak/tas.
4. Wacht rustig tot de les begint.

Heute

Am Ende dieser Stunde ...

• ... kan ik over het weer en de omgeving schrijven/ praten.

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Kurze Wiederholung: 'Haben', 'sein' en 'werden'

Gebruik je JDW-map. Schrijf de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes op.

1. Wir _________ (sein) gestern im Kino.

• waren

2. ______ (haben) du keinen Regenschirm mitgenommen?

• hattest

3. Marleen und Frankie ______ (haben) kein Geld für einen teuren Urlaub.

• hatten

4. Meine beste Freundin (v) _______ (werden) später eine berühmte Sängerin.

• wird

5. Sie (mv) _______ (werden) bestimmt die beste Klasse!

• werden

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Kurze Wiederholung: Zwakke werkwoorden in de verleden tijd

Gebruik je JDW-map. Schrijf de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes op.

1. Richard und Sven _______ (backen) einen leckeren Schokokuchen.

• backten

2. Warum _______ (antworten) du gestern nicht auf meine Nachricht?

• antwortetest

3. In Deutschland _______ (zahlen) ein Mann 3000 Euro Strafe.

• zahlte

4. Meine Mutter ________ (tanzen) für ihr Leben gerne als sie fünf Jahre alt war.

• tanzte

Profielkeuzeformulier

Sein, haben en werden: verleden tijd (Seite 27)

Profielkeuzeformulier

Zwakke werkwoorden: verleden tijd (Seite 27)

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Sprachmittel vorbereiten, Seite 32

https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/df155602-6ff8-4a2b-8639-b88a4074ca3f/contenthub

Wetter und Umgebung, Seite 33

Wetter und Umgebung, Seite 51

Übersetze ins Deutsche.
Wat voor weer wordt het?

Übersetze ins Deutsche.
Hoe ziet de streek bij jullie eruit?

Übersetze ins Deutsche.
Morgen gaat het hard regenen.

Antworte auf die Frage.
Wie wird das Wetter?

Antworte auf die Frage.
Wie sieht es bei euch aus?

Schreibe einen Satz mit den folgenden Wörtern:
sonnig - aber windig - 20 Grad

Wie wird das Wetter morgen?
Benutze das Bild und die 'Sprachmittel'.
Schreibe 2-3 Sätze auf.

Wie wird das Wetter morgen?
Benutze das Bild und die 'Sprachmittel'.
Schreibe 2-3 Sätze auf.

Wie wird das Wetter morgen?
Benutze das Bild und die 'Sprachmittel'.
Schreibe 2-3 Sätze auf.

Profielkeuzeformulier

Eine Ansichtskarte, Seite 38

Profielkeuzeformulier

Aufgabe 45(a) + (b), Seite 38

1. mannelijke personen met 'lieber', bij vrouwelijke personen met 'liebe'.
   
2. een komma.
   
3. kleine letter.
   
4. Viele Grüße.
   
5. geen komma.
6. In Lübbenau, in Spreewald, 100 km van Berlijn vandaan.
7. Ze vindt de natuur leuk en de augurken uit Spreewald niet lekker.

Hausaufgaben

Machen:

- Aufgabe 45(a) + (b), Seite 38

- Aufgabe 46, Seite 39

Lernen:

 - Lernliste N-D, Seite 48 (t/m 'wärmer')

- Sprachmittel, Seite 51