Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt: iemand die binnen de poorten van een stad woont.
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond.
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.
Slide 11 - Slide
Waardoor konden ziektes zich snel verspreiden in de stad?
Slide 12 - Open question
Straffen in de Middeleeuwen
Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
...maar de meeste straffen waren geldboetes!
Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!
Slide 13 - Slide
Klik op de hotspots en sleep de straffen naar de juiste plek in de afbeelding.
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden
Slide 14 - Drag question
Waarom worden mensen in het openbaar gestraft?
Slide 15 - Open question
Bestuur van de stad
De stad werd bestuurd door de schout en schepenen. Zij spraken recht en stelden keuren (wetten) op.
De stad wees de schepenen aan. Dit waren rijke burgers.
De landsheer (bijv. graaf of hertog) wilde wel invloed houden in de stad. Hij stelde daarom de schout aan: de voorzitter van de schepenbank.
Aan het einde van de middeleeuwen werd de schout vervangen door burgemeesters die de stad bestuurden. Zij werden gecontroleerd door de vroedschap, een groep vooraanstaande burgers.
De stad had veel ambtenaren in dienst, zoals artsen, poortwachters en omroepers (om bijv. wetten om te roepen)
Slide 16 - Slide
Stadsrechten
Steden kregen van vorsten en hoge edelen stadsrechten: privileges van een stad.
Stadsmuur bouwen
Belastingen en tol heffen
Een (jaar)markt houden
Stad zelf besturen
Rechtspreken volgens eigen stadswetten (schout, schepenen en keuren)
Slide 17 - Slide
Het belang van steden voor de heer
Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland
Slide 18 - Slide
Stadsrechten
Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen
Slide 19 - Slide
Het stadsbestuur
Door de opkomst van steden verdween de horigheid en kregen boeren meer rechten ==> de heren wilden genoeg boeren op hun land houden.
Steden werden bestuurd door schepenen, burgers uit rijke en aanzienlijke families. Alleen mannen konden toetreden tot de burgerij (vrouwen konden geen burger of 'poorter' worden)
Slide 20 - Slide
Wie is de baas?
De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
Ze kregen advies van een raad.
De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten
Slide 21 - Slide
Noem 5 voorbeelden van stadsrechten.
Slide 22 - Open question
Verbind oorzaken en gevolgen
Edelen geven steden stadsrechten
Steden willen stadsrechten
Edelen worden minder machtig
Edelen hadden meer geld nodig
Steden werden zelfstandiger
Steeds meer steden hebben stadsrechten
Slide 23 - Drag question
Schout
Koppel de juiste betekenissen aan de begrippen
voorzitter schepenbank
Wet
vroedschap
Stadsbestuurder
Stadhuis
Keur
Schout
Stadsbestuur
Schepen
Raadhuis
Slide 24 - Drag question
Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury
Slide 25 - Quiz
De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie
Slide 26 - Quiz
De schout, schepenen en burgemeester noem je ook wel ...
A
Magistraten
B
Heren
C
Rechters
D
Gemeenteraad
Slide 27 - Quiz
Gebruik bron 4 hiernaast. Floris had twee motieven om Amsterdammers tolvrijstelling te geven. Welke twee motieven waren dat?
Slide 28 - Open question
Gebruik bron 6: Legertjes. Welke van onderstaande stellingen blijken uit de bron? Sleep de uitspraken naar "juist" of "onjuist."
Juist
Onjuist
Steden hadden eigen legertjes: schutterijen.
Ook vrouwen zaten in de schutterij.
De stad zorgde voor de wapens om mee te schieten.
Schutterijen waren trots op hun stad.
Steden gaven hun landsheer financiële steun.
Steden gaven hun landsheer militaire steun.
Landsheren hielpen bij de verdediging van hun steden.
Slide 29 - Drag question
Verderkijken?
Hierna volgen drie afleveringen van verschillende programma's van SchoolTV.