5.1+ 5.2 Recap: Tegenwoordige Tijd: -S / Do-Does / Don't -Doesn't

1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

10 May 2022
Happy to be back after Spring Break! 

Slide 2 - Slide

Afspraken
  • Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  • Je luistert en bent dus stil
  • Je werkt mee
  • Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  • Je kletst niet mee met je klasgenoten

Slide 3 - Slide

Today
RECAP
  • Words+Phrases 5.1+5.2
  • Present Simpe
  • Vragen met: Do/ Does
  • Ontkennend met: don't / doesn't
  • Homework

Slide 4 - Slide

How are you doing today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

How much did you enjoy your holiday?
010

Slide 6 - Poll

WRTS
Words 5.1+5.2,  page 157
Phrases, page 157

timer
5:00

Slide 7 - Slide



Present Simple

Slide 8 - Slide

Wat weet je over de Present Simple?

Slide 9 - Mind map

Present Simple

Slide 10 - Slide

Hoe maak je een bevestigende zin (+) 
de Present Simple?
I drink
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink
SHIT-regel!
Bij he/she/it schrijf je een s achter het werkwoord 
Regel: Schrijf het hele werkwoord op.

Slide 11 - Slide

De Present Simple
  1. He/She/It --> To walk --> He walks
  2. Eindigt een werkwoord op een s-klank? --> -es achter het werkwoord bij He/She/It --> To wash--> She washes
  3. Bij He / She / It --> -s achter het werkwoord --> She writes
  4. Eindigt een werkwoord op medeklinker + y? Bij He / She / It --> -ies achter het werkwoord: To cry -->He cries
  5. Eindigt een werkwoord op klinker + y? Bij He / She / It --> To play -->He plays

Slide 12 - Slide

Present simple (Ontkennend) (-)
Een ontkenning bij de Present simple
 maak je op de volgende manier: 

Onderwerp + don't/doesn't + hele werkwoord

I / You / We / They                                   He / She / It
 

Slide 13 - Slide

Present simple (Ontkennend) (-)
Je maakt zinnen ontkennend met  don’t/ doesn’t. Je zet don’t / doesn’t voor het hele werkwoord.

I don’t want any pasta.
You don’t want any pasta.
He / She / It doesn’t want any pasta.

Slide 14 - Slide

DO / DOES

Slide 15 - Slide

Stappenplan hoofdwerkwoord
Stap 1 -->  Zoek het werkwoord
Stap 2 -->  Staat er een -s achter het werkwoord
Stap 3 -->  Geen -s? ... Dan begin je de zin met "Do"
Stap 4 -->  Wel een -s? ... Dan begin je de zin met "Does"
Stap 5 -->  Haal de -s weg bij het werkwoord

Slide 16 - Slide

In de tegenwoordige tijd maak je vragen met 
Do / Does (?)


Do I eat apples?                                               Does she eat apples?
Do you eat apples?                                         Does he eat apples?
Do we eat apples?                                           Does it eat apples?
Do they eat apples?

Slide 17 - Slide

Let's practise
Exc. 40 A+B, page 40


Slide 18 - Slide

Words 5.4 - page 38

Slide 19 - Slide

Phrases 5.4, page 40/41

Slide 20 - Slide

Phrases 5.4, page 40/41

Slide 21 - Slide

Do you think this lesson was useful?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Homework
1BK1 – Wednesday 11 May, 3rd Hour
1BK2 – Wednesday 11  May, 4th Hour 

Leren:
Words 5.4 + Phrases (1), page 112
Maken:
Exc. 38/40, page 39
Exc. 41, page 41


Slide 23 - Slide

What did we do today?

Slide 24 - Slide