Duits Konj II

Konjunktiv II
Wanneer?
Hoe vervoegen?
Oefenen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Other languagesSecondary Education

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Konjunktiv II
Wanneer?
Hoe vervoegen?
Oefenen

Slide 1 - Slide

Wanneer?
Om iets beleefd, voorzichtig te zeggen. Een droom, wens uit te spreken.

Slide 2 - Slide

vervoegen
een vorm van werden (VT) en het hele werkwoord waar het om gaat.

haben, sein, wissen en de modale werkwoorden hebben een eigen Konjunktiv II
Kijk hiervoor in je handboek!

Slide 3 - Slide

Dus...
Voordat je begint met vervoegen, kijk je met welk werkwoord je te maken hebt. 
  • haben
  • sein
  • wissen
  • wollen
  • müssen
  • dürfen
  • mögen
  • können
  • sollen

Slide 4 - Slide

Uit je hoofd leren:
Woorden met eigen Konjunktiv-vorm
rijtjes uit je handboek
Ken je deze niet, is het niet mogelijk om goede zinnen te maken in  de Konjunktiv II.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

oefening tweetallen (met je boek)
Du (zou gaan)......................................... oder nicht?
Wir (zouden moeten)............................... gehen.
Sofia (zou bellen)....................... wenn sie (zou aankomen)...............................
Er (zou helpen).......................................

Slide 10 - Slide

Verder oefenen
https://duits.net/oefeningen/werkwoordstijden/conjunctief2/

Slide 11 - Slide