Examentraining

Examentraining BE-KE2
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Examentraining BE-KE2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Een kwestie van goed kijken

Welk getal komt op het vraagteken te staan?
16, 2, 15, 4, 13, 7, 10, 11, 6, ???

Slide 3 - Slide

lesweek 7
Examentraining 45 min
Puzzel 15 min
Zelfstandig werken aan oefentoets

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Je kent de verschillende BE begrippen voor het KE 2 examen
Je kent de formules voor het KE2 examen
Je kunt de formules toepassen
Je kent de verschillende fiscale begrippen voor het KE2 examen
Je kunt de fiscale berekening maken met behulp van de bijlagen 

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kent  de ondernemingsvormen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Bij volgtijdige aanschaf van duurzame productiemiddelen is de maximale vermogensbehoefte groter dan bij gelijktijdige aanschaf.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

De operationele cashflow is:
A
De winst ná belasting minus de afschrijvingen
B
De winst ná belastingen plus de afschrijvingen
C
De winst vóór belastingen minus de afschrijvingen
D
De winst vóór belastingen plus de afschrijvingen

Slide 10 - Quiz

In 2024 is bij Vinyl bv de krediettermijn van debiteuren 40 dagen. De omzet was in dat jaar € 6.661.250 inclusief 21% omzetbelasting. 2024 heeft 365 dagen. Wat is het gemiddelde debiteurensaldo?

Slide 11 - Open question

Welke uitspraak is juist?
A
Een hypothecaire lening behoort tot het permanent vermogen.
B
Debiteuren zijn ontvangen leverancierskrediet
C
Bij externe financiering trek je nieuw vermogen aan via de vermogensmarkt.
D
Kredietruimte is het hoogste bedrag dat je aan rekening-courantkrediet mag opnemen.

Slide 12 - Quiz



Als de current ratio kleiner is dan 1, dan
A
Zijn de vlottende passiva groter dan de vlottende activa
B
Is de current ratio negatief
C
Is het nettowerkkapitaal positief
D
Zijn er geen voorraden

Slide 13 - Quiz

Vinyl bv wil drie dezelfde auto's aanschaffen. Aanschafprijs € 87.000 per auto, jaarlijkse afschrijving € 14.400 per auto per jaar. Stel dat Vinyl bv er voor kiest om de drie auto's in 1 keer aan te schaffen aan het begin van 2022. Wat is dan de vermogensbehoefte aan het begin van 2024?

Slide 14 - Open question

Laura woont op 30 kilometer afstand van haar werk. Ze gaat drie dagen per week met de trein naar het werk en krijgt geen reiskostenvergoeding. Laura is ongehuwd en heeft in 2023 een drempelinkomen van € 53.000,-. Ze heeft in 2023 € 1.400,- aan zorgkosten betaald voor fysiotherapie. Voor deze kosten kreeg zij geen vergoeding.

Voor welke aftrekposten op de inkomstenbelasting komt Jannie in aanmerking?

A
Alleen zorgkosten
B
Alleen reiskosten
C
Zowel zorg- als reiskosten
D
Geen van beide

Slide 15 - Quiz



Als een onderneming solvabel is, dan:
A
Zijn bank en kas voldoende om de alle schulden af te lossen
B
Is het nettowerkkapitaal groter dan de vlottende passiva
C
Kan zij bij opheffing alle schulden betalen
D
Is het eigen vermogen gelijk aan alle schulden

Slide 16 - Quiz

Jij werkt bij autobedrijf Sonus dat alleen BMW’s verkoopt. Jij bent inkoper op de financiële administratie. Alle BMW’s die je inkoopt, komen uit Duitsland.

Welk begrip hoort bij het inkopen van de auto’s uit Duitsland?
A
Intracommunautaire levering
B
Import
C
Intracommunautaire verwerving
D
Export

Slide 17 - Quiz

Je bent pas van baan veranderd en bij de nieuwe baas krijg je een auto van de zaak. De oude auto heb je zodoende niet meer nodig en zet je te koop op Marktplaats.nl.
Je kunt de auto voor € 5.000 verkopen.
In welke box moet je de € 5.000 opgeven?
A
Box 1
B
Box 2
C
Box 3
D
In geen van de boxen

Slide 18 - Quiz

Van Hegel bv zijn de volgende gegevens bekend:
- De omzet over 2024 bedraagt € 389.820.
- De brutowinst is 20% van de inkoopprijs.
- De waarde van de voorraad op 1-1-2024 is € 39.208.
- De waarde van de voorraad op 31-12-2024 is € 40.032.
- 2024 heeft 365 dagen.
Bereken de omzetsnelheid van de voorraad (1 decimaal).

Slide 19 - Open question

Volksverzekering
Werknemersverzekeringen
AOW
WLZ
WW
Kinderbijslag
WIA
ZW
ANW

Slide 20 - Drag question

Welke toeslagen ken jij?

Slide 21 - Mind map

Er zijn vier toeslagen:
  1. zorgtoeslag, een bijdrage in de kosten van uw zorgverzekering.
  2. huurtoeslag, een bijdrage in uw huurkosten.
  3. kindgebonden budget, een bijdrage in de kosten van uw kinderen.
  4. kinderopvangtoeslag, een bijdrage in de kosten van kinderopvang.
Landelijk Register Kinderopvang (LRK)

Slide 22 - Slide


Slide 23 - Open question

Hoe kan Cyrus bv de current ratio verbeteren?
Kies het juiste antwoord.

A
Door de kredietduur crediteuren te verlagen
B
Door het rekening-courantkrediet te verhogen
C
Door de voorraden méér met kort vreemd vermogen te financieren
D
Door meer contant te verkopen en minder op rekening

Slide 24 - Quiz

Nick heeft afgelopen jaar € 55.000 aan inkomen ontvangen.
Hij heeft recht op € 3.300 arbeidskorting en € 1.600 algemene heffingskorting.
Bereken hoeveel inkomstenbelasting Nick verschuldigd is.

Slide 25 - Open question

Afgelopen kalenderjaar heeft Jelle een winst van € 97.000 behaald. Jelle heeft een eenmanszaak waarin alleen hij werkzaam is. Jelle is heel technisch en doet veel aan speur- en ontwikkelingswerk. Daarvoor mag hij € 14.202 van zijn winst aftrekken. Ook heeft hij recht op de zelfstandigenaftrek en
mkb-vrijstelling. Bereken de fiscale winst.

Slide 26 - Open question

timer
15:00

Slide 27 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 28 - Slide

Leerdoel 
Je kent de verschillende BE begrippen voor het KE 2 examen
Je kent de formules voor het KE2 examen
Je kunt de formules toepassen
Je kent de verschillende fiscale begrippen voor het KE2 examen
Je kunt de fiscale berekening maken met behulp van de bijlagen 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Opdrachten
Oefentoets BE/Fiscaal

Slide 31 - Slide

                                        voorruitblik
Morgen - verder werken aan oefentoets
Woensdag bespreken oefentoets

Slide 32 - Slide