Les Oost-Europa

Oost-Europa: ontwikkeling en migratie
- Je weet hoe Europa verdeeld was en is
- Je weet hoe de (groei van de) welvaart eruitziet in Oost-Europa
- Je weet welke gunstige locatiefactoren Oost-Europa heeft
- Je weet waarom er tegenstellingen zijn tussen hoofdsteden en platteland
- Je weet welke migratiepatronen er zijn binnen de EU
- Je begrijpt de invulling van de EU, Schengen en de NAVO

1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Oost-Europa: ontwikkeling en migratie
- Je weet hoe Europa verdeeld was en is
- Je weet hoe de (groei van de) welvaart eruitziet in Oost-Europa
- Je weet welke gunstige locatiefactoren Oost-Europa heeft
- Je weet waarom er tegenstellingen zijn tussen hoofdsteden en platteland
- Je weet welke migratiepatronen er zijn binnen de EU
- Je begrijpt de invulling van de EU, Schengen en de NAVO

Slide 1 - Slide

Kapitalisme vs Communisme
Vrijemarkteconomie
Planeconomie
IJzeren Gordijn
Economisch stelsel waarin vraag en aanbod bepalen welke producten worden geproduceerd en voor welke prijs, waarin de overheid geen rol speelt
Economische systeem waarbij soort en omvang van de productie én de prijs van het product wordt bepaald door de overheid.

Slide 2 - Slide

Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)
Europese Unie (EU)

Slide 3 - Slide

Locatiefactoren: redenen voor bedrijven of mensen om zich op een bepaalde plaats te vestigen 
In Oost-Europa:
1. Lage lonen en langere werkdagen
2. Veel kennis door goed onderwijs
Multinationale ondernemingen (MNO)

Slide 4 - Slide

Agglomeratievoordelen:
Voordelen van grote stedelijke gebieden voor de locatie van bedrijven, vooral door de goede infrastructuur, grote en gevarieerde arbeidsmarkt, aanwezigheid van andere bedrijven enz.
Agglomeratie: stad met het gebied eromheen
Boedapest
3 miljoen inwoners
Agglomeratie in Oost-Europa

Slide 5 - Slide

De Verdragen van Schengen zijn overeenkomsten tussen een aantal Europese landen om het vrije verkeer van personen mogelijk te maken. Het grondgebied van deze landen vormt de Schengenzone.
Corona en Schengen
Door het Coronavirus zijn veel grenzen dicht gegaan, er mochten geen mensen meer in of uit. Net als terrorisme heeft dit veel invloed op het Verdrag van Schengen

Slide 6 - Slide

Arbeidsmigratie: Het gaan naar een ander land om daar werk te zoeken. Vaak omdat er daar meer werk is en de lonen hoger zijn. 

Migratiesaldo: Het verschil tussen het aantal mensen dat het land inkomt (immigratie) en het land verlaat (emigratie). Is het positief dan is er sprake van een vestigingsoverschot, anders is sprake van een vertrekoverschot.

Slide 7 - Slide

Welke van deze landen was na de Tweede Wereldoorlog communistisch?
A
België
B
De Verenigde Staten
C
Polen
D
Frankrijk

Slide 8 - Quiz

Hoe heette de grens tussen Oost- en West-Europa?

Slide 9 - Open question

Welke van deze factoren is GEEN gunstige locatiefactor in Oost-Europa?
A
Lage lonen
B
Meer vakantie
C
Langere werkdagen
D
Goed opgeleide mensen

Slide 10 - Quiz

Geef het begrip:
Er vertrekken meer mensen dan dat er bij komen in een land.
A
Migratiesaldo
B
Migrantenstroom
C
Arbeidsmigratie
D
Vertrekoverschot

Slide 11 - Quiz

1. In de stad Utrecht werken 250.000 mensen. Er wonen maar 185.000 mensen. Veel mensen die in Utrecht werken, wonen in de dorpjes die dicht tegen Utrecht aan liggen, zoals Zeist & Houten. Is er hier sprake van een agglomeratie?

2. Yara woont in een dorpje vlakbij een klein stadje. Zij moet 10 kilometer fietsen naar het stadje om naar school te gaan. Langs de weg naar school staan een paar boerderijen. Is hier sprake van een agglomeratie?
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
1 en 2 zijn allebei juist
D
1 en 2 zijn allebei onjuist

Slide 12 - Quiz

Leg in eigen woorden uit wat agglomeratievoordelen zijn.

Slide 13 - Open question

In welke van deze landen is
er sprake van een vestigings-
overschot?
A
Bulgarije
B
Litouwen
C
Estland
D
Ierland

Slide 14 - Quiz

Als Nederland aangevallen wordt, welk samenwerkingsverband komt dan in actie?
A
De Europese Unie
B
De NAVO
C
De BeNeLux
D
Het verdrag van Schengen

Slide 15 - Quiz