Les 3 Begrijpend lezen: 4 manieren om een tekst in te leiden

Les 3 begrijpend lezen
V1/G1
  • Start: 10 minuten lezen in leesboek.
  • Theorie tekstopbouw (inleiding, middenstuk, slot)
  • Verdieping theorie: 4 manieren om de tekst in te leiden
  • Hobby & schrijven!

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 3 begrijpend lezen
V1/G1
  • Start: 10 minuten lezen in leesboek.
  • Theorie tekstopbouw (inleiding, middenstuk, slot)
  • Verdieping theorie: 4 manieren om de tekst in te leiden
  • Hobby & schrijven!

Slide 1 - Slide

Vorige les....
  • heb je over de 5 tekstdoelen en tekstsoorten geleerd.

Weet je het nog?
Tekstdoelen: informeren, activeren, amuseren, opiniëren, overtuigen.

Slide 2 - Slide

Deze les ga je leren...
  • hoe een tekst is opgebouwd (inleiding, middenstuk slot).
  •  wat het onderwerp van een tekst is en wat deelonderwerpen zijn.
  • op welke 4 manieren je een tekst kunt inleiden.
  • op welke 3 manieren je een tekst kunt afsluiten.

Slide 3 - Slide

Tekstopbouw
Uit welke 3 delen is een tekst opgebouwd?
  • Inleiding
  • Middenstuk/kern
  • Slot

Slide 4 - Slide

Inleiding, middenstuk, slot
Blz. 148 in Op Niveau (boek Nederlands)

Slide 5 - Slide

4 manieren om een tekst in te leiden
1. Het onderwerp aankondigen

Slide 6 - Slide

4 manieren om een tekst in te leiden
2. Een kort, grappig of bijzonder verhaaltje vertellen (anekdote)

Slide 7 - Slide

4 manieren om een tekst in te leiden
3. Een of meerdere vragen stellen

Slide 8 - Slide

4 manieren om een tekst in te leiden
4. De aanleiding voor het schrijven noemen

Slide 9 - Slide

Tekstdoelen
Je gaat drie korte teksten schrijven. Woorden die je moet gebruiken in elke tekst zijn: leerling, kluisje, boterhamzakjes, tweede verdieping.

Tekst 1 - tekstdoel = informeren. Tekstvorm = nieuwsbericht
Tekst 2 - tekstdoel = activeren. Tekstvorm = advertentie
Tekst 3 - tekstdoel = amuseren. Tekstvorm = gedicht/verhaal

Schrijf de verhalen op de volgende slide.
Tijd? 10 minuten.
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Je gaat drie korte teksten schrijven. Woorden die je moet gebruiken: leerling, kluisje, boterhamzakjes, tweede verdieping

Tekst 1 - tekstdoel = informeren. Tekstvorm = nieuwsbericht
Tekst 2 - tekstdoel = activeren. Tekstvorm = advertentie
Tekst 3 - tekstdoel = amuseren. Tekstvorm = gedicht/verhaal

Slide 11 - Open question

Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides.

Ga naar LessonUp --> Les 4 Leesvaardigheid: slides 13 t/m 25.

Slide 12 - Slide

Op welke 4 manieren kan een schrijver zijn tekst inleiden?

Slide 13 - Open question

Op welke 3 manieren kan een schrijver zijn tekst afsluiten?

Slide 14 - Open question

Aan de slag!
Je gaat een tekst schrijven over je favoriete hobby/sport. Je hebt geleerd dat je een tekst op vier manieren in kunt leiden. Schrijf 4 korte inleidingen, met de vier verschillende manieren. Vul je antwoorden in op de volgende slides.

Slide 15 - Slide

Mijn tekst gaat over mijn favoriete hobby/sport, namelijk...

Slide 16 - Open question

Manier 1: het onderwerp aankondigen

Slide 17 - Open question

Manier 2: kort, grappig of bijzonder verhaaltje vertellen (anekdote)

Slide 18 - Open question

Manier 3: een of meerdere vragen stellen

Slide 19 - Open question

Manier 4: de aanleiding voor het schrijven noemen

Slide 20 - Open question

Lesdoel behaald? Ik weet uit welke 3 delen een tekst bestaat.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik weet op welke 4 manieren een schrijver een tekst kan inleiden.
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik weet op welke drie manieren een schrijver de tekst kan afsluiten.
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Al klaar? Maak dan deze extra opdracht!
Zie volgende slide.

Slide 24 - Slide

Aan de slag!

Slide 25 - Slide

Einde van deze les

Slide 26 - Slide