4.1 Eigenschappen van trillingen

H4 Trillingen
4.1 Eigenschappen van trillingen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 Trillingen
4.1 Eigenschappen van trillingen

Slide 1 - Slide

Na deze les kun je; 
  • trillingen herkennen/vb van trillingen geven
  • periodieke bewegingen, trillingen en harmonische trillingen van elkaar onderscheiden
  • evenwichtsstand en amplitude bepalen
  • trillingstijden en frequentie bepalen

Slide 2 - Slide

Veel bewegingen herhalen zichzelf:
- aarde draait om zon
- een hart klopt
- een kind schommelt
periodieke beweging, geen trilling
periodieke beweging én trilling. De beweging gaat om een evenwichtsstand
periodieke beweging én harmonische trilling. De beweging gaat om een evenwichtsstand. Het u,t-diagram heeft de vorm van een sinus.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Trillingstijd en amplitude in u,t-diagram
Amplitude is gelijk aan de maximale uitwijking
Trillingstijd en Amplitude zijn eigenschappen van de trilling. Als je deze weet kun je de trilling tekenen.

Slide 5 - Slide

Trillingstijd en frequentie
Trillingstijd (T): het aantal seconden van 1 trilling

---> 

Frequentie (f): meet je in Hertz (Hz) = 'iets per seconde')
                               het aantal trillingen per 1 seconde

--->
T=trillingentijd
f=secondestrillingen

Slide 6 - Slide

Frequentie
9 trillingen in totaal 42 ms, 
dus 1 trilling in 0,042/9 = 0,00047 s
f=1/T = 1/0,00047 = 2142 Hz 

Slide 7 - Slide

Toonhoogte en geluidniveau

Slide 8 - Slide

4.1 Eigenschappen van trillingen
Begrip
Symbool
Eenheid
Definitie
trillingstijd
T

seconde (s)
De tijdsduur van een volledige trilling.
frequentie
f
per seconde (s-1)
of 
Hertz (Hz)
Aantal trillingen per seconde.
uitwijking
u
meter (m)
De afstand van een voorwerp tot de evenwichtstand. 
amplitude
A
meter (m)
Maximale uitwijking.
T=f1
f=T1

Slide 9 - Slide

T=f1
f=T1

Slide 10 - Slide

f = 2035 Hz


T = 1 / 2035 = 0,00049 s = 0,49 ms
T=f1

Slide 11 - Slide

Trillingen: 1000  keer in 5 seconde
in 1 seconde -> 1000 / 5 = 200 trillingen per sec. = frequentie 
f = 200 Hz


T = 1 / 200 = 0,005 s
T=f1

Slide 12 - Slide

Trillingen:  5 keer in 10 seconde
in 1 seconde -> 5 / 10 = 0,5 trillingen per sec. = frequentie 
f = 0,5 Hz


T = 1 / 0,5 = 2 s
T=f1

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
- lees §4.1
- maken opdracht 2, 4, 6, 9, 11, 13

Slide 14 - Slide