Lentekriebels en grenzen stellen

• Biologie
• Basisschool
• Groep 4

Lentekriebels en grenzen stellen

Leerdoel

Aan het einde van de les weet je wat lentekriebels zijn en hoe je 'nee' kunt zeggen als iets niet fijn is.

Introduceer het leerdoel van de les en zorg dat de leerlingen begrijpen wat er van hen wordt verwacht.

Wat weet jij al over lentekriebels?

Lentekriebels

Lentekriebels zijn gevoelens die je krijgt als je verliefd bent of iemand leuk vindt.

Leg uit wat lentekriebels zijn en vraag de leerlingen of ze weten wat dit betekent.

Grenzen stellen

Het is belangrijk om je grenzen aan te geven als iets niet fijn voelt. Je mag altijd 'nee' zeggen.

Leg het belang van grenzen stellen uit en geef voorbeelden van situaties waarin dit van toepassing kan zijn.

Luisteren naar je gevoel

Luister naar je gevoel en weet dat je altijd 'nee' mag zeggen als iets niet goed voelt.

Herhaal het belang van luisteren naar je gevoel en geef aan dat het belangrijk is om jezelf te beschermen.

Respecteren van grenzen

Iedereen moet elkaars grenzen respecteren. Als iemand 'nee' zegt, moet dit worden geaccepteerd.

Leg uit dat het respecteren van elkaars grenzen belangrijk is en dat 'nee' ook echt 'nee' betekent.

Oefenen met grenzen stellen

Laten we oefenen met grenzen stellen. Bedenk een situatie waarin je 'nee' zou zeggen en deel dit met de klas.

Doe een oefening waarin leerlingen oefenen met grenzen stellen in verschillende situaties.

Discussie

Laten we een discussie voeren over grenzen stellen. Waarom is het belangrijk om je grenzen aan te geven? Wat zijn situaties waarin je 'nee' zou zeggen?

Stimuleer een discussie in de klas over grenzen stellen en geef leerlingen de kans om hun mening te delen.

Samenvatting

We hebben geleerd wat lentekriebels zijn en waarom het belangrijk is om je grenzen aan te geven als iets niet fijn voelt. Denk eraan dat je altijd 'nee' mag zeggen.

Herhaal de belangrijkste punten van de les en zorg dat de leerlingen begrijpen wat ze hebben geleerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.