4.1.3 Het voortplantingsstelsel van een vrouw



Planning: 
  • Uitleg
  • Oefenen
  • Nakijken/Opdrachten maken
  • Afsluiting
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson



Planning: 
  • Uitleg
  • Oefenen
  • Nakijken/Opdrachten maken
  • Afsluiting

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Hormonen

  • Oestrogenen: Vrouwelijke hormonen
  • Oestrogenen zorgen voor secundaire geslachtskenmerken
  • Oestrogenen zorgen voor stemmingswisselingen

Slide 4 - Slide

Ovulatie
• Elke 4 weken 
 • 1 eicel per keer 
• Om en om uit beide eierstokken 
• Eicel kan niet bewegen 
• Eicel leeft maar 12-24 uur

Slide 5 - Slide

bevruchting

Slide 6 - Slide

bevruchting

Slide 7 - Slide

Uitwendige geslachtsorganen

Slide 8 - Slide

Uitwendige geslachtsorganen
(vulva)

• vagina: erg rekbaar, niet zo gevoelig 
• clitoris: erg gevoelig voor aanraking 
• kleine schaamlippen: produceren slijm 
• grote schaamlippen: vaak kleiner dan de kleine schaamlippen
• urinebuis: mondt niet uit in de vagina!

Slide 9 - Slide

maagdenvlies

Slide 10 - Slide

Welk deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel kan prikkels opvangen die leiden tot een orgasme?
A
Grote schaamlippen
B
Vagina
C
Baarmoeder
D
Clitoris

Slide 11 - Quiz

Wat is innesteling?
A
Bevruchte eicel zet zich vast in de baarmoeder
B
De bevruchte eicel gaat richting de baarmoeder
C
De kern van de eicel smelt met de kern van de zaadcel

Slide 12 - Quiz

Welk deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel produceert slijm waardoor de sex soepeler verloopt?
A
Kleine schaamlippen
B
Grote schaamlippen
C
Vagina
D
Maagdenvlies

Slide 13 - Quiz


Ovulatie is ...
A
het binnenkomen van een eicel in de baarmoeder
B
de celdeling die aan de vorming van de eicel vooraf gaat
C
de ontwikkeling van een onrijpe tot een rijpe eicel
D
het vrijkomen van een rijpe eicel uit de eierstok

Slide 14 - Quiz


Twee beweringen over de organen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel zijn:
1. De functie van de eileiders is het tijdelijk opslaan van de eicellen.
2. Bij de meeste vrouwen is de clitoris gevoeliger voor seksuele prikkels dan de vagina.
Welke van deze beweringen is of zijn juist?



A
alleen bewering 1 is juist
B
alleen bewering 2 is juist
C
beide beweringen zijn juist
D
beide beweringen zijn onjuist

Slide 15 - Quiz

In welk orgaan van het vrouwelijk voortplantingsstelsel bevindt zich het maagdenvlies?
A
in de baarmoeder
B
in de eierstok
C
in de vagina
D
in de eileider

Slide 16 - Quiz

Wat is bevruchting?
A
Als de zaadcellen de baarmoeder bereikt
B
Wanneer de man klaarkomt in de vrouw
C
Als de zaadcellen in de eileider komen
D
Als een zaadcel samensmelt met een eicel

Slide 17 - Quiz

Je ziet hier een schematische weergave van het vrouwelijke voortplantingsstelsel

Met welk nummer wordt een eierstok aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz

Wat is de ovulatie
A
Menstruatie
B
Ongesteldheid
C
Eisprong

Slide 19 - Quiz

In figuur 4 zie je een schematische tekening van het voortplantingsstelsel van de vrouw. Welke geslachtsorganen worden er bedoeld met de onderstaande beschrijvingen? Sleep beschrijving naar de juiste nummers.

Vagina
Blaas
Eileider
Baarmoeder
Eierstok

Slide 20 - Drag question

Opdrachten
Nakijken: Opdrachten van bs 2
Klaar? : Opdrachten 9 t/m 12 (blz. 143)

Slide 21 - Slide