3.2 Wat voor baan wil jij?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

3.2 Wat voor baan wil jij?

Programma

1. Herhalen/nakijken 3.1

2. Lesstof 3.2

3. huiswerk 3.2

   

Een werkgever is iemand met een of meer personen in dienst en aan wie hij loon betaalt.

1. waar
2. niet waar

Vul het woord in dat op de puntjes moet staan.

''Bij een .... laat het bedrijf weten dat ze opzoek zijn naar personeel.''

1. arbeidsovereenkomst
2. vacature
3. cao
4. proeftijd

Mark verdient 380 euro per week. Hoeveel verdient hij per maand?

1. 1520 euro
2. 1640,35 euro
3. 1520,40 euro
4. 1646,67 euro

Elke maand zet ik geld opzij om dit vervolgens op mijn bankrekening te zetten.

In dit voorbeeld is geld een

1. rekenmiddel
2. spaarmiddel
3. ruimiddel

Een arbeidsovereenkomst is hetzelfde als een contract.

1. waar
2. niet waar

In de arbeidsovereenkomst staan arbeidsvoorwaarden over:

Jouw brutoloon is 2450 euro per maand. Hiervan wordt 180 euro aan loonbelasting ingehouden en 96 euro aan premies. Wat is jouw nettoloon?

1. 2270 euro
2. 2354 euro
3. 2174 euro
4. 2180 euro

Nakijken 3.1 

3.2 Wat voor baan wil jij?

• wat het verschil is tussen een vaste en een tijdelijke baan

• wat het verschil is tussen een deeltijdbaan en een voltijdbaan

• in welke productiesectoren je kunt werken

• wat het nut is van arbeidsverdeling

Tijdelijk of vast?

Tijdelijke baan:

voor bepaalde tijd tot een afgesproken einddatum.

Vaste baan:

voor onbepaalde tijd, zonder afgesproken einddatum.

Je begint vaak met een tijdelijk baan.

Het kan daarna een vaste baan worden:

- als je goed functioneert

- als er voldoende werk is.

Deeltijd of voltijd

Als je een volledige dag- en weektaak werkt, heb je een voltijdbaan of fulltimebaan.

meestal 36, 38 of 40 uur.

In een deeltijdbaan of parttimebaan werk je minder dan het volledige aantal uren per week.

Arbeidsverdeling

Het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen.

Er zijn verschillende functies in een bedrijf. 

Arbeidsverdeling

Efficiëntie: Iedereen kan zich concentreren op één taak en wordt daar beter en sneller in.

Samenwerken: Doordat iedereen samenwerkt, wordt het werk sneller afgemaakt.

Minder vermoeiend: Als iedereen een taak heeft, hoeft niemand het hele werk alleen te doen

Wie doet wat?

Cirkeldiagram

Productiesectoren

Bedrijven kun je onderverdelen in verschillende groep, dit noemen wij productiesectoren.

-Agrarische bedrijven

-Industriële bedrijven

-Dienstverlenende bedrijven

Productiesectoren

Aan het werk

-maken 3.2 vraag 1 tot en met 9