Spaans d1a 23092020
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 17 slides, with text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
¿Qué vamos a hacer?
- info SO
- Controlar los ejercicios
- Repaso
- Los deberes
Slide 2 - Slide
Schriftelijke overhoring
Het SO voor Spaans wordt verplaatst naar week 41
(1 week later)
Schrijf in je planning:
SO Spaans woensdag 7 oktober
Slide 3 - Slide
Repaso: los artículos
de lidwoorden
Slide 4 - Slide
Los artículos
- De, het, een zijn Nederlandse lidwoorden
- In het Spaans zijn er mannelijke en vrouwelijke lidwoorden
- In het Spaans zijn er lidwoorden voor enkelvoud en voor meervoud
- Een bepaald lidwoord is: de / het
- Een onbepaald lidwoord is: een / een paar
- De Spaanse bepaalde lidwoorden (de/het) zijn: el, la, los, las.
- De Spaanse onbepaalde lidwoorden (een/eenpaar) zijn: un, una, unos, unas
Slide 5 - Slide
Controlar los ejercicios
1) b. una / la c. un / el d. una / la. e. un/el. f. un/ el g. una/ la h. el / un
2) a. unas / las. b. unos / los c. unas / las d. unos / los e. unas / las f. unos / los
3)
b. Una mochila - La mochila de Marisa
c. Un estuche - El estuche de Pablo
d. Un mp4 - El mp4 de mi amigo
e. Una pizarra - La pizarra de la clase
Slide 6 - Slide
El plural
Als je een Spaans woord in het meervoud zet komt er 's' of 'es' bij.
- Eindigt een zelfstandig naamwoord op een klinker (A/E/O/U/I)? +s
- Eindigt een zelfstandig naamwoord niet op een klinker? +es
La mesa > Las mesas El rotulador > Los rotuladores
El libro > Los libros Una ciudad > Unas ciudades
het meervoud
Vergeet niet dat je ook het lidwoord moet aanpassen naar het meervoud!
Slide 7 - Slide
¡A trabajar!
Klaar? Leer de woordenschat van 2.7
Madrid
Maak opdracht 2.6 uit je module
(pagina 23)
Slide 8 - Slide
Ejercicio 2.6
A + B
1. el cuaderno - los cuadernos
2. la carpeta - las carpetas
3. el alumno - los alumnos
4. la universidad - las universidades
5. la tradición - las tradiciones (het accent vervalt in het meervoud)
6. la mochila - las mochilas
7. el profesor - los profesores
8. el problema - los problemas (uitzondering zie p.22 module)
Slide 9 - Slide
Resumen
De zelfstandig naamwoorden
Een mannelijk woord herken je aan: -oEen vrouwelijk woord herken ja aan: -a, -dad of -ción
Meervoud
Eindigt het woord op een klinker? +S
Eindigt het woord niet op een klinker? +ES
Slide 10 - Slide
bepaald
enkelvoud
meervoud
mannelijk
el
los
vrouwelijk
la
las
onbepaald
enkelvoud
meervoud
mannelijk
un
unos
vrouwelijk
una
unas
De Nederlandse vertaling is
de/het.
De Nederlandse vertaling is
een/een paar
Slide 11 - Slide
¡A practicar!
... chicas (de meisjes)
... chico (de jongen)
... casa (een huis)
... libro (een boek)
... problemas (de problemen)
... estuche (een etui)
... madre (de moeder)
... pizarras. (een paar schoolborden)
Slide 12 - Slide
¡A practicar!
las chicas (de meisjes)
el chico (de jongen)
una casa (een huis)
un libro (een boek)
los problemas (de problemen)
un estuche (een etui)
la madre (de moeder)
unas pizarras. (een paar schoolborden)
Slide 13 - Slide
Begroeten en afscheid nemen
Slide 14 - Slide
Los números
Slide 15 - Slide
Woordenschat 2.7
voor tijdens de les, je hoeft dit niet te kennen voor het SO!
Slide 16 - Slide
Los deberes
