Herhaling H1 (§1.1 tm §1.3) + H3 (§3.1 tm §3.3)

Herhaling H1 & H3
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling H1 & H3

Slide 1 - Slide

Waar bestond Nederland uit vóór de industrialisatie?
A
Akkerbouw en veeteelt
B
Huisnijverheid en industrie
C
Industrie en veeteelt
D
Huisnijverheid en landbouw

Slide 2 - Quiz

Oorzaak van de industriele revolutie
Gevolg van de industriele revolutie

De economische veranderingen gingen steeds sneller.
De stoommachine werd uitgevonden door Thomas Newcomen.
Er kwamen veel nieuwe producten zoals lucifers en blikvoedsel.
Steenkool werd gebruikt als energiebron.

Slide 3 - Drag question

Wat is de gegoede burgerij?
A
Groep mensen met weinig geld of bezittingen.
B
Groep mensen die werken in de politiek.
C
Groep mensen die aan liefdadigheid doen.
D
Groep mensen met veel geld of bezittingen.

Slide 4 - Quiz

Liberalisme
Socialisme
Vrijheid is belangrijk
Iedereen is gelijk voor de wet
Gelijkheid in maatschappij
Alles delen in de samenleving

Slide 5 - Drag question

Triple Entente
Triple Alliantie
Engeland
Rusland
Ottomaanse Rijk
Frankrijk
Oostenrijk-Hongarije
Duitsland

Slide 6 - Drag question

Wat is de aanleiding van WO1?
A
Duitsers voelden zich vernederd door Verdrag van Versailles
B
De soldaten wilden geen loopgravenoorlog
C
Moord op troonopvolger Ferdinand en zijn vrouw
D
Het nationalisme die opkomt in de landen.

Slide 7 - Quiz

Democratie
Dictatuur
Communisme
kapitalisme
vrijhandel
planeconomie

Slide 8 - Drag question

Is dit propaganda?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Welke drie zinnen over het Verdrag van Versailles zijn juist? 
Sleep die naar het verdrag aan de linker kant
Duitsland tekende het Verdrag van Versailles
Duitsland kon geld van Amerika lenen
Duitsland moest hun leger verkleinen
Duitsland moest geld aan Frankrijk betalen
Duitsland kreeg de schuld van de oorlog

Slide 10 - Drag question

Oorzaken beurskrach (1929)
Gevolgen beurskrach (1929)
Massale werkeloosheid
Wantrouwen in aandelenmarkt
Banken gaan failliet
Demonstraties nemen toe
Mensen kopen massaal luxegoederen
De Amerikaanse overheid bemoeid zich niet met de economie

Slide 11 - Drag question