Aan het eind van deze les kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende soorten ruimte suggesties er zijn.
Slide 2 - Slide
Ruimtesuggestie
Er zijn verschillende manieren om in een tekening of schilderij ruimte uit te beelden. Door bepaalde trucjes toe te passen lijkt het dan net alsof er ruimte in je werk zit. Dit noem je ruimtesuggestie.
Slide 3 - Slide
Overlapping
Een object staat voor een ander object. Je weet daardoor dat het object dat overlapt wordt verder naar achter staat.
Slide 4 - Slide
Beeldafsnijding
Een gedeelte van de voorstelling wordt afgesneden door het kader. Hierdoor lijkt het tafereel buiten het schilderij door te lopen, en creër je diepte in je werk.
Slide 5 - Slide
Repoussoir
Een repoussoir ontstaat wanneer een grote donkere vorm op de voorgrond de rest naar achteren duwt. Door deze vorm wordt je, als toeschouwer, de afbeelding ingetrokken. Vaak steekt de vorm op de voorgrond donker af tegen de lichte achtergrond.
Slide 6 - Slide
Groot - Klein
Door grote voorwerpen op de voorgrond te tekenen en kleine voorwerpen op de achtergrond krijg je diepte in je werk. De grote voorwerpen zijn vaak scherper en de kleine wat vager.
Slide 7 - Slide
Atmosferisch perspectief
De kleuren worden naar de achtergrond toe vager. In sommige werken worden ze ook blauwer of groener van kleur.
Slide 8 - Slide
Coulissewerking
Aan de zijkanten van een tekening of schilderij zijn vormen geplaatst waar je langs kijkt naar achteren toe. Zoals de coulissen aan de zijkanten van een toneel, of zoals de werking van een kijkdoos.
Slide 9 - Slide
Stapeling
De objecten worden in lagen boven elkaar 'gestapeld'. De objecten die laag staan 'lijken' zo dichtbij en de objecten die hoog in de afbeelding staan 'lijken' ver weg.
Slide 10 - Slide
Doorkijkje
Je kijkt als toeschouwer door bijvoorbeeld een raam of deur naar binnen of buiten. Het tafereel wordt hierdoor gedeeltelijk overlapt door bijvoorbeeld een muur of een raam.
Slide 11 - Slide
Lijnperspectief
Slide 12 - Slide
Wat is lijnperspectief?
Lijnperspectief is een manier om diepte weer te geven in je tekening (of schilderij).
Je werkt in je tekening met verdwijnpunten (vluchtpunten) op een horizon.
Bij eenpuntsperspectief breng je alle lijnen samen tot één verdwijnpunt op de horizon. Bij tweepuntsperspectief gebruik je er twee.(zoals jullie opdracht Hollywood)
Slide 13 - Slide
Opdracht invaluur
Gebruik je A4 liggend.
Verdeel je tekenvel in 9 rechte vakken.
In het midden schrijf je: RUIMTE / je naam en je klas.
In de andere 8 vakken maak je kleine tekeningen van verschillende manieren om ruimte te suggereren.